Avondmaal: liefde tot het uiterste

Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.
Lucas 22:19c


Het feest van de ongezuurde broden breekt weer aan. Voordat de zon boven Jeruzalem ondergaat, trekken Jezus en zijn volgelingen zich terug in een gastenverblijf. Ze zullen een geslacht en geroosterd lam nuttigen, net als de meeste stadsbewoners. Alles lijkt zo vredig, maar verderop wordt een complot tegen hen gesmeed.

Jezus wast één voor één de voeten van alle twaalf discipelen. Daarna stelt Hij het avondmaal in. De oude symbolen worden vervangen door brood en wijn.

‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt,’ zegt Hij over het brood (Luc. 22:19 e.v.). En over de wijn: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt’.

Jezus reikt Johannes brood en wijn aan, de jonge discipel die Hem tot bij het kruis zal volgen. En Matteüs, Andreas, Jacobus en ook die anderen, die op de vlucht zullen slaan als Hij in de olijventuin gearresteerd wordt. En Simon Petrus, die Hem die nacht tot drie keer toe zal verraden. En ook Judas ontvangt brood en wijn, de man die Hem zal uitleveren. En jou, en mij, die …

Eén ding wordt duidelijk: Jezus’ liefde gaat tot het uiterste (Joh. 13:1).

Kijk naar die handen met brood en wijn. Jezus blijft naar ons uitreiken. Er is geen veroordeling meer. Vergeving en verzoening gaan voor Hem uit.

Hij draagt ons op om elkaar steeds weer met brood en wijn te herinneren aan dit evangelie van genade.