De wet bereikt niets, de Geest alles

Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door de menselijke natuur, dat heeft God tot stand gebracht.

Romeinen 8:3a

De schriftgeleerden en Farizeeërs waren de beste wetsbetrachters in Israël. Toch konden ze met de wet achter zich slechts het minimum doen van wat God van mensen vroeg. Jezus zou een andere mogelijkheid creeëren om te voldoen. Daarom kon Hij de mensen zeggen dat hun gerechtigheid veel groter moest zijn dan die van deze wetspecialisten (Mat. 5:20).

Op het eerste gehoor lijkt het of Jezus zegt dat je nog beter je best moet doen om door God goedgekeurd te worden. Maar wie Jezus kent weet wel beter. Hij wil de mensen niet opjutten om meer van zichzelf te verwachten. Integendeel, Hij wil hun ontvankelijk maken voor zijn genade.

Want Jezus zou de wet buiten werking stellen om nieuwe mensen te scheppen, die helemaal zouden voldoen (Ef. 2:15).

Jezus zelf schept een grotere gerechtigheid dan de wet kan bereiken. Het is zijn eigen gerechtigheid waarin Hij ons plaatst. De wet kan ons nooit goedkeuren, integendeel, die blijft ons veroordelen. Maar Jezus wel. Hij spreekt ons vrij en geeft ons zijn Geest om in en door ons heen te doen wat de wet nooit voor elkaar kon krijgen. Wat de wet indertijd minimaal tot stand kon brengen door je eigen inspanning, brengt zijn Geest nu maximaal tot stand in jou.

Vanwege de zonde heeft God zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan gestuurd; zo heeft hij in dit bestaan met de zonde afgerekend, opdat in(!) ons wordt volbracht wat de wet van ons eist. Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest (Rom. 8:3-4).

Matteüs 5:17-48 Lucas 6:27-36