God zal Israël zegenen

‘De HEER verlangt naar jou en je land wordt ten huwelijk genomen.’
Jesaja 62:4

Iedereen die in Jezus gelooft wordt door Hem gekoesterd als zijn bruid. Daarom mogen we alles wat er in de Bijbel over die bruid geschreven staat betrekken op de gemeente van Jezus.

En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die hem aanroepen (Rom. 10:12).

Maar het is andersom ook waar: heeft de profetie betrekking op ons, dan ook op Israël. Daarom mogen we ernaar uitzien dat onze Vader zijn beloften ook voor onze oudste broer zal vervullen. Want in Jezus zijn alle beloften ja en amen (2 Kor. 1:19-20).

Zelfs het land dat God aan Israël beloofde en teruggaf (Ezech. 37:12, Amos 9:15), wil Hij laten delen in de zegen van de bruid:

‘Men noemt je niet langer Verlatene en je land niet langer Troosteloos oord, maar je zult heten Mijn verlangen en je land Mijn bruid. Want de HEER verlangt naar jou en je land wordt ten huwelijk genomen’ (Jes. 62:4).

En ook de stad Jeruzalem (Sion), als zij de Redder door haar poorten binnenlaat:

‘Verkondig aan Sion: “Je redder komt! Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit.” Dan noemt men hen ‘Het heilige volk’, ‘Volk dat door de HEER is vrijgekocht’, en jij zult ‘Geliefde’ heten, ‘Nooit verlaten stad’’ (Jes. 62:11-12).

Daarom bidden we dat Israël Jezus zal zien:

‘Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt’ (Jes. 62:1).