Het volk en het kruis

‘Gods gemeente, die hij verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon.’
Handelingen 20:28

Er wordt iets bijzonder benadrukt bij het vertrek van Israël uit de slavernij van Egypte. Je leest het tot vijf keer toe, dus dat moet wel betekenisvol zijn. Het volk vertrekt keurig in groepen geordend (Ex. 6:26, 7:4, 12:17,41,51).

Op diezelfde dag leidde de HEER de Israëlieten, in groepen geordend, uit Egypte (Ex. 12:51).

Nu weten we heus wel dat God van orde houdt, omdat dit goed voor ons is. In rust, regelmaat en reinheid gedijen mensen het beste (en kinderen helemaal). Maar moet God dat vijf keer benadrukken? Er is hier misschien wel meer aan de hand.

Hoe God zijn volk organiseert vind je uitgebreid beschreven in het bijbelboek Numeri. Daar worden de stammen van Israël rondom Gods tent gegroepeerd. Dat gebeurt in een kruisvorm: drie kleine stammen aan de kop van de tabernakel, drie stammen links en drie rechts ervan, en drie stammen die samen de meeste mensen tellen bij de ingang van de tent. Zo legeren ze zich en zo trekken ze op (Num. 2, 10:11-28).

In de woestijn reist God zelf met zijn mensen mee. Hij beschermt hen vanuit de hemel van bovenaf; overdag in een wolkkolom, ’s nachts in een vuurzuil (Ex. 13:21). Kun je je voorstellen wat Hij vanuit zijn hemelse perspectief ziet?

Als God zijn volk ziet, wordt Hij herinnerd aan een kruis. Dat ene kruis dat het teken van zijn liefde voor mensen zal zijn. Dat kruis waaraan Hij zichzelf een wereldwijd volk verwerft met het bloed van Jezus.

Met het oog op het kruis leidt God zijn volk in groepen geordend de vrijheid in.