Je mag altijd komen

Op eigen kracht bracht hij redding.
Jesaja 59:16b

Geen zonde staat ons meer in de weg om met God om te gaan. Dankzij Jezus hebben we vrije toegang tot God de Vader (Rom. 5:2).

Waarom denken veel mensen dan toch dat we met onze zonden niet bij God kunnen komen? Misschien klinkt die tekst uit Jesaja 59 in hun achterhoofd. Daar staat: ‘Jullie wangedrag is het dat jullie en je God uit elkaar heeft gedreven; door jullie zonden houdt hij zich verborgen en wil hij je niet meer horen’ (vers 2).

Maar dan moet je wel verder lezen. In vers 16 staat: ‘Hij zag dat er niemand was, hij was geschokt dat niet één mens zijn zijde koos …’ En dan: ‘Op eigen kracht bracht hij redding en zijn gerechtigheid spoorde hem aan.’

God bracht redding, staat er. Jawel, de zonde is ernstig, zo ernstig dat God ons niet om een oplossing kon vragen. Hij moest het zelf doen. En Hij wilde het zelf doen, op eigen kracht, staat er, omdat Hij gerechtigheid wilde. Hij wilde zijn kinderen terug. De zonde mocht geen probleem zijn, maar Hij kon dat alleen zelf oplossen. ‘God handelt alleen’, schrijft Paulus (Gal. 3:20).

Lees verder: ‘Hij zal als bevrijder naar Sion komen’ (Jes. 59:20).

Natuurlijk gaat het hier in deze profetie over Jezus en wat Hij aan het kruis heeft volbracht. Als het over redding gaat, gaat het over Jezus. Wat God wilde doen, deed Hij door Jezus.

Als in de profetie al duidelijk wordt dat we bevrijd worden uit de veroordeling, waarom aarzelen we dan nog? Ben je Gods kind, dan staat de Vader altijd met open armen op je te wachten.

De zonde is in geen geval sterker dan Jezus. Je mag altijd komen. En let op: hoe vaker je komt, hoe meer je verandert …