Compassie – De liefde dringt je

Want de liefde van Christus dringt ons.
2 Korintiërs 5:14 (NBG ’51)

Genade brengt je tot het punt dat je niets meer hoeft. Elke drang om jezelf te bewijzen, gezien te worden, of te scoren is tot een einde gekomen. Je hebt vrede met jezelf. Je hoeft jezelf niet langer te oordelen, je bent al helemaal goedgekeurd. Je bent geliefd, dus kun je jezelf accepteren zoals je bent en van jezelf leren houden. Er is rust. Genade heeft je veeleisende ik om zeep gebracht.

De stilte van het ik dat in Jezus tot rust is gebracht is weldadig. Bevrijdend ook. Want nu blijkt er een bron van energie in je vrij te komen, die voorheen verborgen was gebleven. Geen ambitie, ideaal, of eigen voordeel bepaalt nu je dadendrang. Nee, de liefde dringt je om in beweging te komen. Het is de dynamische kracht van Gods Geest.

Bij die stille, onbaatzuchtige liefde begint ware compassie. Je bent nu vrij om andere mensen lief te hebben. Je kunt op hen toelopen zonder dat je jezelf in de weg loopt. Je kunt jezelf geven zonder egoïstische bijmotieven.

Zo liep Jezus eerst op jou toe. Zo heb je zijn liefde toegelaten en je daaraan overgegeven. Zo ben je door die liefde gegrepen en word je nu in beweging gezet. Met dezelfde barmhartigheid.

Het is de liefde van Christus die je dringt om er voor anderen te zijn met je aandacht, tijd, talenten. Spontaan, vanzelfsprekend, zonder bijbedoelingen.

En terwijl je anderen daarmee zegent, voel je jezelf de meest gezegende.

Wink – Naastenliefde is de ander Jezus gunnen.