De wonderknager

Maar de volgende morgen, bij het aanbreken van de dag, liet God de plant door een worm aanvreten, zodat hij verdorde.
Jona 4:7


Jona ziet hoe God voor de stad het oordeel omkeert in genade, nadat de bevolking zich massaal heeft bekeerd. Hij slaat het mokkend gade: moet dat volk dan niet opdraaien voor z’n slechte gedrag? Leer je de mensen kennen, dan zin je op wraak.

God probeert hem mild te stemmen en op andere gedachten te brengen door hem zelf te laten ervaren wat genade betekent. Het is warm daar.  Hij laat een wonderboom opschieten om Jona schaduw te geven – ‘om zijn ergernis te verdrijven,’ staat er (4:6).

Maar Jona blijft mokken en de boom verdwijnt, aangevreten door een worm.

Als je Gods genade uit het oog verliest, verlies je het zicht op de wonderen die God doet. Er gaat een worm aan je knagen, die alle vreugde, vrede en verwondering rooft. Je veroordeelt niet alleen anderen, maar ook jezelf. Wat Jona betreft, mag zijn leven een einde nemen: ‘Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven’ (4:8b).

Hoe is het mogelijk, terwijl Jona toch zoveel met God had meegemaakt. Hij was diep gezonken, riep in het binnenste van de vis naar God en werd uit het dodenrijk bevrijd. Toch zit hij daar nu zijn hoed op te vreten van ergernis.

Als alles stroef loopt en je je depri voelt en geen wonderen meer ervaart – zou je dan niet eens die wonderknager opruimen? Die veroordeling?

Genade geeft je andere ogen en een nieuw uitzicht.

Tip – Begin eens te bidden voor je buren, je straat, wijk, stad.