Eenvoudig leven – Jouw adem vertelt je dat je er bent

Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.
Genesis 2:7

Het meest eenvoudige om te weten dat je er echt bent, is door adem te halen. Nogal logisch: als je niet meer zou ademen, zou je er niet meer zijn. Maar haal je diep adem, dan besef je des te beter dat je bestaat.
‘Even diep ademhalen’, zeggen we als we tot onszelf willen komen. (Doe maar eens.)

Het omgekeerde is ook waar. Als je bang bent of gespannen, adem je slecht. Op die momenten ben je er niet zoals je er zou kunnen zijn. Blokkeert je ademhaling, dan verlies je het contact met jezelf. Je kunt dan niet meer bij je hart komen. Je hart, dat als geen ander orgaan in je lijf je adem nodig heeft.

Goed ademhalen helpt je niet alleen om je te verbinden met jezelf, maar ook met God. Hij legde contact met de mens door zijn adem in hem te blazen, zijn ruach. Ruach is hetzelfde woord waarmee in de Bijbel Gods Geest wordt aangeduid. Die mag jij dus inademen.

Lees bovenstaande bijbeltekst nog maar eens. Gods Geest inademen is pas leven!

God gunt je het beste leven dat alleen Hij je kan geven. Maak daarvoor ook deze maand weer gebruik van het meest eenvoudige dat het leven op gang houdt: je ademhaling. Gebruik die om met heel je geest, ziel en lichaam doordrongen te zijn van het besef: ik ben er, ik mag er zijn, want Hij is er – en Hij is in mij.

Ontvang zijn aanwezigheid in jou als het grootste geschenk.

  1. Ga weer rustig op je stoel zitten, rechtop. Zet je voeten naast elkaar op de grond. Leg je handen te rusten op je bovenbenen. Maak geen vuisten. Ontspan je. (Je mag natuurlijk ook gaan liggen als je dat fijner vindt.)
  2. Bedenk dat je in Gods tegenwoordigheid bent. Kijk een paar minuten schuin omhoog en laat al je gedachten los. Blijft er toch wat spelen in je hoofd? Geen probleem. Er zijn geen voorwaarden om bij God te zijn.
  3. Concentreer je een moment op je lichaam. Ontspan elk onderdeel. Maak alles zwaar: je hoofd, nek, rug, buik, heupen, benen, voeten, armen, handen.
  4. Richt nu je aandacht op je ademhaling. Adem diep in. Houd even vast. Adem daarna helemaal uit. Doe dat langzaam. En ontspan je. Volg het ritme van je ademhaling. Weet dat je er helemaal bent.
  5. Wees je intussen bewust van Gods aanwezigheid. Hij woont in je. Maak contact en wees dankbaar. Hij is er en jij bent er. Denk bij het inademen aan Gods Geest. Zie en zeg bij het uitademen: ‘Jezus’.

Stiltetip – Hoe maak je optimaal gebruik van je half uur in Gods tegenwoordigheid? Begin met het mediteren op de bijbeltekst van de dag. Doe dan je ademhalingsoefening om je bewust te zijn van zijn inwoning. Gebruik daarna in de stilte je voorstellingsvermogen om Jezus voor je te zien. Luister naar wat Hij je wil zeggen. Verbind je in gebed ook met je geliefden en met de kerk. En sluit je tijd af met God aanbidden.