God de Vader wil zijn kinderen alles geven

Alles wat van mij is, is van jou.
Lucas 15:31b


Sommige mensen proberen God te ontlopen door de zonde te ontlopen. Ze zijn zo goed, dat God hen niks kan maken. Denken ze. Hij moet hen wel geven wat hen toekomt, op grond van hun prestaties.

Andere mensen proberen God te ontlopen door juist de zonde in te duiken. Ze zijn lekker slecht, omdat ze zich niks van God aantrekken. Ze komen toch wel aan hun trekken.

Alle mensen proberen te krijgen waar ze menen recht op te hebben. Door vooral goed te doen, vooral slecht te doen, of van alles een beetje.

Maar Jezus maakt duidelijk dat al die pogingen op niks uitlopen. Als je iets doet uit verplichting, zul je het leven niet vinden. En als je iets doet uit wellust evenmin. Leven komt tot bloei als het ontstaat vanuit liefde en dankbaarheid.

Niet wat je zelf doet wekt liefde en dankbaarheid op. Er moet iets van buitenaf naar je toe komen. Iemand moet liefde en dankbaarheid bij je los maken. Iemand die komt met genade.

Jezus laat zien dat er maar één soort genade bestaat die ons kan veroveren. En die ons onze eigen verdiensten en begeerten uit handen kan nemen. En die ons vrij kan maken van onze angst om ook maar iets te verliezen.

‘Alles wat van mij is, is van jou.’ De genade van de Vader doet je smelten. Hij geeft alles wat je niet verdient. Zijn liefde maakt een opgeruimd mens van je.