Groei – Bestemd voor glorie

Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd. 2 Korintiërs 3:18

Jezus maakte een unieke groei door, die leidde tot de grootst mogelijke heerlijkheid. We weten hoe Hij als kind al groeide in genade en steeds meer in de gunst kwam te staan bij God en mensen.
Hoe die groei er zo duidelijk bij Hem in zat? Hij had ontdekt dat God zijn Vader was. Hij was daarom vooral met Hem bezig. Dat was opmerkelijk, omdat God in de Schrift – die Jezus van jongs af aan bestudeerde – maar weinig als Vader wordt beschreven. Maar Jezus ontdekte dat Hij God toch echt zijn Vader mocht noemen (Lucas 2:41-52).

Toen Jezus volwassen was, kreeg Hij bij zijn doop een Godsopenbaring. God bevestigde zichzelf inderdaad als zijn Vader, die zei hoeveel Hij van Hem hield (Matteüs 3:16-17).

Drie jaar later kreeg Jezus op de berg opnieuw zo’n Godservaring. Weer zei de Vader hoeveel Hij van zijn Zoon hield. Deze keer zou Jezus ervan stralen. Het bracht Hem zoveel luister, dat zijn glans zelfs door zijn kleding heen scheen (Matteüs 17:1-5).

Maar Jezus moest in zijn ontwikkeling ook nog een moeilijke weg afleggen, de diepste lijdensweg die een mens ooit kon gaan. Dat was nodig om ons die weg te besparen en ons mee te nemen naar dezelfde heerlijkheid die Hij zo goed kende en waarin Hij na zijn opstanding uit de dood zou blijven.

Want daar draait ook jouw groei om: dat jij bestemd bent voor dezelfde glorie (Hebreeën 2:10, Romeinen 8:30).

Wink – Gods werk hield niet op toen Hij het probleem van de zonde had opgelost; Hij bereikt zijn doel door ons te laten delen in Jezus’ glorie.