Interview over Markus

Willem praat met Eunice Nahuis over zijn debuutroman Markus in het programma Brandstof van Groot Nieuws Radio. Beluister hier.

Hieronder lees je in het kort wat Markus voor Willem betekent en wat hij ermee wil bereiken.

– Waarom dit boek?

Ik wilde al heel lang een ooggetuigenverslag van Jezus’ optreden schrijven. En dan het liefst vanuit het perspectief van een jongere. Markus is vijftien.

– Waarom een boek over een vijftienjarige?

Omdat tieners heel direct en onbevooroordeeld reageren. Ze ontdekken de wereld en wie ze zelf daarin zijn. Ze nemen beslissingen voor de rest van hun leven. Vanuit hun gezichtspunt worden bekende gebeurtenissen uit de Bijbel extra verrassend.

– Waarom Markus?

De jongen die volgens de Bijbel naakt wegrent uit Getsemané fascineert me al jaren. Dat moest wel Markus zijn, degene die dit voorval als enige in zijn evangelie vermeldt.

– Wat maakt hij dan mee?

Ik wil niet te veel verklappen, maar hij moet een geheime opdracht volbrengen die je meevoert door heel Israël. Tegelijk beleef je hoe hij zichzelf door allerlei beproevingen heen moet loodsen. Je komt samen met hem tegenover steeds grotere problemen te staan, zelfs een onmogelijke liefde. Op het eind moet hij zijn grootste uitdaging aan gaan, dat is zijn eigen vader. Maar dan is er wel iets met hem gebeurd, omdat hij in aanraking kwam met Jezus.

– Welke thema’s komen we in je boek tegen?

Markus is een rebel die zich met zijn talenten verzet tegen zijn omgeving. Maar hij wil ook bij een groep horen. Hij moet zichzelf leren kennen, in de eenzaamheid zijn eigen weg vinden, zijn angsten onder ogen komen en overwinnen. Het boek gaat over volwassen worden en genade ontdekken.

– Hoe lang heb je aan Markus gewerkt?

Eigenlijk leeft het idee al jaren. Maar het idee kwam tot leven toen Marian en ik begin vorig jaar acht weken in Jeruzalem waren. We kwamen toevallig op de platte daken van de oude stad terecht, waar we freerunners bezig zagen. Zo’n jongen moest Markus zijn! Ik heb het verhaal in een vloedgolf van een paar maanden geschreven. Daarna kwam het schrappen, schaven en herschrijven, wat ook weer maanden vergde. En tot aan kerst het illustreren.

– Lijkt Markus op jou?

Vast wel. Ik ben in dit boek heel dicht bij mijn eigen tienertijd gebleven, bijvoorbeeld in de manier hoe ik naar meisjes keek, hoe ik omging met boosheid over mijn vader, hoe Jezus mijn held werd.

– Voor wie heb je Markus geschreven?

Voor iedereen die ik een overstelpende leeservaring mee mag geven. Ik heb daarbij niet alleen aan volwassen lezers gedacht, maar ook aan tieners. Ik wil dat je denkt als je Markus dichtslaan: Hoe is het mogelijk dat ik dit allemaal heb meegemaakt! Nu weet ik wat ik ga doen!