Jezus in handen van heidenen

Zo ging de uitspraak van Jezus in vervulling waarin hij aanduidde welke dood hij sterven zou.

Johannes 18:32

Jezus wordt in de vroege ochtend van het huis van de Joodse hogepriester Kajafas naar de Romeinse burcht Antonia gebracht. Hij wordt daar voor de prefect Pontius Pilatus geleid. Omdat de godsdienstleiders zich strikt aan de Joodse wet willen houden, gaan ze niet het vertrek van deze heiden binnen. Dus komt Pilatus naar buiten en vraagt wat Jezus heeft misdaan. De leiders zeggen botweg dat ze Hem niet zouden aanbrengen als Hij niet schuldig was. Maar Pilatus reageert even bot.

Pilatus zei: ‘Neem hem dan mee, en veroordeel hem volgens uw eigen wet.’ Maar de Joden wierpen tegen: ‘Wij hebben het recht niet om iemand ter dood te brengen’ (Joh. 18:31).

Natuurlijk kunnen de Joden wel iemand executeren. De wet van Mozes zegt dat misdadigers buiten de stad door de gemeenschap gestenigd moeten worden (Deut. 17:2-7). Ze hebben dan ook al een paar keer geprobeerd om Jezus te stenigen (Joh. 10:31) en ze zullen niet veel later Stefanus op die manier ombrengen (Hand. 7:58). Maar nu willen ze van Jezus af zonder hun vingers aan Hem te branden. En dat is precies de bedoeling. Jezus moet geen Joodse doodstraf ondergaan, maar een wereldse. Want Hij zal niet alleen voor de Joden sterven, maar voor de hele wereld.

Jezus lijkt een speelbal te worden van de willekeur van machthebbers. Maar Hij had al eerder gezegd dat Hij gekruisigd zou worden, voor iedereen.

‘Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.’ Daarmee bedoelde hij de wijze waarop hij zou sterven (Joh. 12:32-33).

Zo zal Hij sterven, ook voor jou.

Johannes 18:28-40 Matteüs 27:1-26 Marcus 15:1-15 Lucas 23:1-25