Liefde – Johannes wist hoeveel Jezus van hem hield

Een van hen, de leerling van wie Jezus veel hield.
Johannes 13:23

Er is geen bijbelboek waarin uit Jezus’ mond zo vaak opklinkt dat God onze Vader is als het evangelie van Johannes. Er is ook niemand die de relatie tussen God de Vader en Jezus de Zoon zo intens mee beleefde als deze apostel.
Johannes heeft als geen ander gezien van wie Jezus zijn heerlijkheid had. Jezus ontleende die aan zijn innige verbondenheid met zijn hemelse Vader. Hij straalde van Gods liefde voor hem.

Wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader (Johannes 1:14, HSV).

Johannes werd enorm aangetrokken tot die liefde. Daarom zat hij het dichtst bij Jezus aan tafel tijdens het Pesachmaal, was hij erbij toen Jezus verhoord werd, en was hij als enige discipel aanwezig bij Jezus’ kruisdood. Hij was ook de eerste die Jezus herkende na zijn opstanding.

De leerling van wie Jezus hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’ (Johannes 21:7).

Johannes trok een belangrijke conclusie uit die heerlijke relatie tussen de Zoon en de Vader. Het gaat daarbij niet alleen over de liefde tussen die twee, maar ook over hun liefde voor ons. Wij worden als Gods kinderen in die liefde opgenomen.

Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook (1 Johannes 3:1).

Johannes was zich bewust van die liefde voor hem. Daarom gaf hij zichzelf in zijn boek een bijzonder pseudoniem. Hij schreef over zichzelf als ‘de leerling van wie Jezus veel houdt.’

Stiltetip – Johannes inspireert ons om te zeggen: ‘Ik ben zo geliefd door Jezus’. Blijf in de stilte Gods tegenwoordigheid zoeken en zie en zeg: ‘Ik ben geliefd’.