Waar droom je
van als je goed kan tekenen en je houdt van Jezus? Dat je met je tekeningen je liefde voor hem met anderen kunt delen. Willem de Vink begon op zijn zeventiende daarom al schetsen te maken over het leven van Jezus. Vijftien jaar later kwam het stripalbum Jezus Messias uit, gemaakt met de visie dat mensen over de hele wereld op die manier kennis zouden maken met Jezus Christus. Sindsdien verscheen het boek in meer dan zeventig talen en zijn er ook nog eens een flink aantal taaledities op internet te lezen. De auteur zag een droom in vervulling gaan.
Jezus Messias is inmiddels verreweg het meest vertaalde en gedrukte stripboek van Nederlandse bodem. Het verscheen in grote talen als het Russisch, Arabisch, Frans en Engels, maar ook in kleine, onbekende talen als het Siroi en Gangam. Het werd zelfs in het Limburgs, Zeeuws en Fries uitgebracht. Momenteel zijn verschillende West-Afrikaanse en Indiase talen in voorbereiding en wordt het boek gelezen in inheemse Surinaamse talen. Sommige taaledities werden in een kleine oplage van enkele honderden gedrukt, anderen in honderdduizenden, bij elkaar meer dan een miljoen. Het stripboek over Jezus wordt op veel plaatsen overal in de hele wereld gelezen, nu ook via internet.
Strip is wereldtaal
In 1989 richtte Willem de Vink samen met zijn vrouw Marian stichting Wereldtaal op, met de visie een stripboek over het leven van Jezus te maken, dat over de hele wereld gelezen zou worden. De strip is immers een wereldtaal. Hij stopte met zijn werk in de reclame en journalistiek, om zich helemaal te storten op het maken van een stripverhaal over het leven van Jezus. Omdat geïnteresseerde uitgevers niet de visie deelden dat zo’n stripboek over de hele wereld gebruikt zou kunnen worden, en er al helemaal geen idee in hadden dat daar uit fondsen geld op toegelegd moest worden, besloot hij zijn visie zelfstandig te realiseren. Hij ging met zijn gezin van giften leven.
Willem werkte anderhalf jaar aan het schrijven en tekenen van vierenzestig pagina’s, waarbij hij zijn tekenstijl sterk vereenvoudigde om het stripverhaal zo begrijpelijk mogelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen in allerlei culturen. Hij gebruikte bijvoorbeeld klare lijnvoering, sterke lichaamstaal, geen schaduwen of overbodige details en krachtige kleuren. Voor de inhoud maakte hij een keuze uit alle vier evangeliën, om een scherpe spanningsboog te bereiken en de boodschap zo sterk mogelijk over te laten komen.
De daaropvolgende jaren zette Open Doors zich achter de Arabische en Farsi versie en Agapè betrok het stripboek bij evangelisatieacties voor Noord-Afrika. Er volgden meer vertalingen voor diverse organisaties in allerlei werelddelen. Sommige taaledities bereikten oplagen van enkele honderdduizenden. In 1996 voerde stichting Agapè een idee van Willem de Vink uit voor schoolevangelisatie, genaamd project Klas 2000. De visie was simpel. Waar vind je alle kinderen? Op school. Dan moet daar het evangelie doorgegeven worden. Met steun van veel organisaties, kerken en particuliere initiatieven kregen ruim 400.000 basisschoolleerlingen rond Pasen een stripboekje. Voor de nazorg werden de lesbrieven 5 stappen naar Jezus Messias en het werkboek Jezus Messias Dichtbij gemaakt. In 2011 ging het Surinaamse Bijbelgenootschap van start met net zo’n project met het stripboek voor alle scholen in Suriname.