Verbondenheid – De nieuwe liefde

‘Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.’
Johannes 13:34

Verbonden zijn moet van twee kanten komen. Maar wie begint ermee? Hoe komt de liefde op gang?
Ooit was de liefde een eis, een plicht. Volgens de wet was het ‘gij zult’. Nergens werd er gezegd waar je de liefde vandaan moest halen. Het hing allemaal van jou af.

‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand (…) Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf’ (Matteüs 27:37, 39 NBG ‘51).

Je naastenliefde hing dus af van je eigenliefde. De wet en de profeten konden niet meer bieden, zegt Jezus.

‘Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten’ (Matteüs 37:40, NBG ‘51).

Dan komt Hij met een bijzonder verhaal. Er ligt een slachtoffer van straatroof langs de kant van de weg. Twee mannen die de wet vertegenwoordigen lopen met een grote boog om hem heen. Maar een buitenlander die zich niet door de wet laat leiden waagt zijn leven en verzorgt de man tot in de herberg.

We herkennen in deze barmhartige Samaritaan Jezus zelf en in de herberg zijn gemeente (Lucas 10:25-37).
Jezus komt met een nieuwe liefde: zijn liefde voor ons. We zijn in zijn liefde niet meer op onszelf aangewezen. Hebben we ons in de herberg door Hem laten verzorgen, dan kunnen we zijn liefde doorgeven.

‘Doet u dan voortaan net zo’ (Lucas 10:37).

Stiltetip – Neem weer een stil moment met Jezus. Besef dat Hij je vult met zijn liefde. Met die liefde kun je je verbinden met anderen. Zie en zeg: ‘Ik ben vol van uw liefde. Die liefde geef ik door’.