Verbondenheid – Gezond verbonden
‘Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen.’
Johannes 10:18
Gezonde verbondenheid moet je niet verwarren met ongezonde afhankelijkheid. Natuurlijk maak je je in een gezonde relatie afhankelijk van elkaar. Je hebt elkaar nodig in bevestiging, aandacht, troost, plezier en steun die je elkaar geeft. Maar je laat elkaar vrij om daarvoor te kiezen.
Ben je gezond verbonden, dan weet je dat de ander je in je waarde laat als je ‘ik’ zegt. ‘Ik vind…’, ‘Ik wil …’, ‘Ik kom …’, ‘Ik ga …’. Je kunt ongedwongen aangeven wat je wel en niet wilt, zonder angst voor verwijdering.
Ongezond verbonden ben je als je zo afhankelijk van de ander bent dat het je van je vrijheid berooft om ‘ik’ te zeggen. Het kan zijn dat je je zo laat beheersen door de meningen of problemen van de ander, dat je je zelfstandigheid verliest.
- Durf je tegenover de ander je eigen mening te geven?
- Kun je nee zeggen zonder dat het jullie band verstoort?
- Wie bepaalt hoeveel contact je met elkaar hebt en wanneer?
- Voel je je vaak schuldig naar de ander?
- Kun je spontaan van de ander houden, of heb je het gevoel dat het moet?
Je hoeft niet ongezond verbonden te blijven. Jezus schenkt je eigenwaarde. Hij bevestigt je identiteit, zodat je niet afhankelijk blijft van anderen.
Stiltetip – Verbind je met Jezus. Hij bevestigt je. Zie en zeg: ‘U houdt van me. Ik ben vrij om lief te hebben. Vrij ook om ja of nee te zeggen tegen de ander’.
