We zingen een ander lied

’s Nachts klinkt een lied in mij op.
Psalm 42:9

Gods kinderen zingen een ander lied. Niet het lied van de media. We ontkennen de problemen niet die er om ons heen zijn: terreurdreiging, epidemieën, orkanen, aardbevingen, ziekten, ontslagen. Maar we zingen een ander lied, met een andere toon. Het is het lied van Gods liefde, in plaats van het lied van zorgen en angst. Onze Vader staat voor ons in.

‘Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven’ (Ps. 42:9).

Natuurlijk nemen we maatregelen tegen bedreigingen. En natuurlijk schieten we te hulp waar we kunnen. We doen dat vanuit de overtuiging dat we in alles glansrijk zullen zegevieren (Rom. 8:37). Daarom zingen we in de nacht geen lied van angst, agressie of paniek. Dat maakt het verschil.

We mogen in alle problemen heersen over angst voor de dood en alles wat daaruit voortkomt. ‘Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus’ (Rom. 5:17). Heersen in dít leven, staat er (niet in het eeuwige leven, zoals de NBV suggereert), omdat we nú al de vrijspraak hebben ontvangen.

Je mag over elke angst heersen – zelfs over de angst voor de dood. Jouw geloof geeft je hoop, goede verwachting en zekerheid.