Wijsheid – Daniëls wijsheid

‘Hij verandert tijden en uren, hij zet koningen af en stelt koningen aan, hij geeft de wijzen hun wijsheid, en de verstandigen hun kennis.’
Daniël 2:21

Daniël en zijn vrienden Sadrach, Mesach en Abednego leven in ballingschap. Het zijn slimme jongens. Ze worden opgeleid om als raadslieden aan het hof dienst te doen. Ze hebben ontzag voor God en laten zich niet in met de gewoonten van hun omgeving. Toch staan ze in de gunst bij de machthebbers. Ze hebben iets extra’s, die vier. Wij weten wel wat.

En God schonk de vier jongemannen wijsheid, kennis en verstand van alle geschriften; bovendien was Daniël bij machte alle mogelijke visioenen en dromen uit te leggen (Daniël 1:17).

Het geheim van hun wijsheid is Gods Geest in hen. Diverse koningen zullen daar een beroep op doen. Zoals Belsassar, zoon van Nebukadnessar. Hij roept Daniël te hulp als hij een raadsel op de muur leest.

‘Ik heb gehoord dat de geest van de goden in u woont, en dat u over veel verstand, inzicht en wijsheid beschikt’ (Daniël 5:14).

Daniël vertelt onomwonden het slechte nieuws: Belsassar is gewogen en te licht bevonden. Hij zal plaats moeten maken.

En hij is niet de enige. Daniël overleeft verschillende koningen en koninkrijken. Maar wat hij in de Geest te zien krijgt reikt verder. Hij ziet wat God voor ons in petto heeft. Wat een wijsheid!

‘Daarna zullen de heiligen van de hoogste God het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap altijd behouden – voor eeuwig en altijd. (Daniël 7:18).

Wink – Is je focus Gods koninkrijk, dan krijg je de hele aarde er vanzelf bij.