Compassie – Wie is jou het naast komen te staan?

‘Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’
Lucas 10:36

In Lucas 10 duikt een belangrijke vraag op. Een vraag die we allemaal moeten beantwoorden. Hoeveel compassie heb ik voor anderen? En voor wie dan wel?

‘Wie is mijn naaste?’ vraagt een wetgeleerde aan Jezus (Lucas 10:29). Dat is voor iemand die denkt vanuit de wet van groot belang om te weten. Want de wet sluit mensen die rekening met haar houden in, maar mensen die dat niet doen uit. Dus voor wie moet ik zorgen en voor wie niet? Niet iedereen is perse mijn naaste, maar wie dan wel?

Maar Jezus draait de vraag om. Van wie ben jij de naaste geworden? vraagt Hij (Lucas 10:36). Dus niet door wie of wat laat jij je grenzen bepalen, maar wat gaat er van je uit?
Heb je genade toegelaten in je leven? Weet je wat compassie met je doet? Dan kun je aan iedereen genade schenken. Je in iedereen inleven. Voor iedereen zorgen. Dan sluit je niemand nog uit.

Jezus illustreert wat Hij bedoelt met de gelijkenis van een Samaritaan die een Jood het leven redt. Met dat verhaal draait Hij de vraag van de wetbetrachters dus radicaal om. Want de wet van de Joden sluit Samaritanen uit. Maar genade sluit iedereen in. Jezus vindt in iedereen zijn naaste en kan aan iedereen barmhartigheid doorgeven.

Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo’ (Lucas 10:37).

Wink – Meer genade voor jezelf betekent meer liefde voor de ander.