De kleinste de grootste

‘Als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan.’

Matteüs 18:3

Jezus roept een kind bij zich. Hij zet het middenin de kring van discipelen. Zegt dat zo’n kind de grootste is in zijn koninkrijk. (Zijn volgelingen hadden erover gediscussieerd wie dat zou zijn.)

‘Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel’ (Mat. 18:4).

Waarom moet je worden als een kind? Omdat je opnieuw geboren moet worden om Gods koninkrijk binnen te gaan (Joh. 3:3). Daar beoordeelt God je niet op je volwassen gedrag, je prestaties of levenservaring. Nee, omdat je uit Hem bent geboren, houdt Hij van je als zijn kind. Hoe kon dat zo komen? Omdat je je trots inleverde, je eigendunk, je onafhankelijkheid.

Kijk nog eens naar dat kind. Jezus plaatst het in het midden om je je ervan bewust te maken hoe God naar jou kijkt. Als zijn kind. Kijk dan ook zo naar jezelf. Zie jezelf als een kind dat in alles afhankelijk is van zijn vader. Geloof in je hemelse Vader. Je hoeft niet als een baby te blijven die niks kan. Maar je mag wel ontdekken wat God allemaal kan: door niet langer op je eigen kracht te vertouwen, maar je op te stellen als zijn kind.

Want in de ogen van een kind is alles groter. Leef je als een kind in Gods koninkrijk, dan zie je God groter en groter – en tilt Hij jou hoger en hoger op. Daarom zal de kleinste de grootste zijn.

Matteüs 18:1-14 Marcus 9:33-50 Lucas 9:46-50