Echtheid – Door genade ben ik ik

Door genade ben ik wie ik ben.
1 Korintiërs 15:10

 

We zouden mensen uit één stuk willen zijn. Niet verdeeld, niet gespleten, niet in tegenspraak met wie we echt zijn.
Dat is ook wat God van ons wil zien. Hij wil ons drie keer onverdeeld en helemaal.

‘Heb de Heer, uw God lief, met heel uw hart en heel uw ziel en met heel uw verstand’ (Matteüs 22:37).

Toch zijn we van nature verre van heel. We zijn gespleten. In onze zondige staat zijn we vervreemd van God, van elkaar en van onszelf. We voelen ons zwak, verwond en nooit goed genoeg.

Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, doe ik (Romeinen 7:19).

Zo ben je, totdat genade je kijk op jezelf gaat bepalen. Je bent namelijk in een nieuwe staat gebracht. Gods onverdiende gunst heeft je oude natuur tot een einde gebracht en je in Jezus geplaatst.

U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God (Kolossenzen 3:3).

Nu mag God zeggen wie je bent. Hij mag het ook zelf uitwerken. Daarom laat je het oude achter je, en rust je in je nieuwe identiteit. En dat geeft toch een energie!

Lees hoe Paulus tot drie keer toe Gods genade prijst voor wie hij is en wat dat uitwerkt.

Alleen dankzij zijn genade ben ik wat ik ben. En zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen kracht maar dankzij Gods genade (1 Korintiërs 15:10).

Stiltetip – Concentreer je weer op Jezus. De mooiste, waardigste en krachtigste persoon in het heelal zal je vervullen met zijn kwaliteiten.