Echtheid – Eerst wie je bent, dan wat je doet

Een rechtvaardige komt zevenmaal ten val, maar telkens staat hij op.
Spreuken 24:16

 

God heeft je gemaakt tot wie je bent. Een nieuwe schepping, goedgekeurd door Hem. Dat is je rechtvaardiging.
God heeft je ook de mogelijkheid gegeven om te doen wat bij die nieuwe mens past. Dat is je heiliging.

Om je als die nieuwe mens te gedragen, moet je weten wie je als nieuwe mens bent. Compleet vergeven. Altijd geliefd. Vol van de Geest, die nooit meer van je zal wijken.
Maar doe je dan ook wat bij de nieuwe mens hoort? Lang niet altijd. Je leert door vallen en opstaan.
Omdat God weet dat die nieuwe mens moet groeien, laat Hij niets van hoe Hij jou ziet afhangen van jouw gedrag. Je mag falen. Tekortschieten. Je bent en blijft zijn geliefde kind. Zijn genade is altijd groter dan de zonde.

Waar de zonde toenam, werd ook de genade steeds overvloediger (Romeinen 5:20).

Je moet weten dat je rechtvaardiging altijd vóór je heiliging komt. Je identiteit staat vast, daaruit volgt je gedrag. Wie je echt bent, daaruit zal volgen wat je doet. Jouw gedrag zal steeds meer beantwoorden aan wie je werkelijk bent.

Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven? (Romeinen 6:2).

Wink – God geeft je eerst je diploma (je rechtvaardiging) en neemt je daarna mee in de leerschool van zijn Geest (je heiliging).