Geen schuld, geen schaamte

De laatste Adam werd een levendmakende geest.
1 Korintiërs 15:45b

Volgens biologen zijn twee emoties typisch menselijk: schuld en schaamte. Dat zijn dan ook precies de emoties die ons zondebewustzijn tot uitdrukking brengen.

De Bijbel leert ons waar die twee vandaan komen.

Toen de eerste mensen grepen naar de boom van kennis van goed en kwaad ‘gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren’ (Gen. 3:7). Schaamte.

Vervolgens kwam God langs, die de mens riep. Die antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang’ (Gen. 3:10). Schuld.

Maar waarom zou je je schamen of schuldig voelen? Omdat kennis van goed en kwaad je op de weegschaal van de wet legt. En dat valt altijd in jouw nadeel uit. De wet leidt tot veroordeling.

Achter schuld en schaamte schuilt dus de angst voor veroordeling.

‘De eerste mens, Adam, werd een levend, aards wezen,’ lezen we (1 Kor. 15:45). Aards betekent veroordeeld tot de dood. ‘Maar de laatste Adam werd een levendmakende geest’. Hier gaat het over Jezus, die herstelde waar het bij Adam misging. God heeft de wortel van jouw probleem aangepakt. Jezus heeft de veroordeling op zich genomen en je bevrijd uit je schuld en schaamte. Hij vult je met zijn leven, zijn Geest, zodat angst voor veroordeling geen plaats meer heeft in jouw bewustzijn.

Luister goed. Schuld en schaamte, die typisch menselijke emoties die voortkomen uit de zonde en je verbinden met de dood, hoeven niet langer hun ziekmakende invloed op je uit te oefenen. Want er is geen veroordeling meer voor wie in Christus Jezus zijn (Rom. 8:1).

In plaats daarvan ontvang je het leven van Gods Geest waarin je vrijuit mag leven.