Genade op genade

Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt (NBV).
Uit zijn volheid hebben we zelfs genade op genade ontvangen (NBG ’51).
Johannes 1:16


Toen Johannes zijn evangelie schreef, zag hij Jezus bij wijze van spreken nog steeds voor zich. Hoe was de Heiland op zijn netvlies blijven staan? Als de Zoon van God, die brandt van liefde – en die ons met zijn genade overlaadt.

Johannes had Jezus zien optreden. Maar hij had méér van Jezus gezien. Hij had ook ontdekt wat Jezus in iemands leven kon uitwerken, nu Hij zijn werk had volbracht en alle macht had gekregen.

‘Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt’ (NBV), schrijft hij. Of beter gezegd: ‘Uit zijn volheid hebben we zelfs genade op genade ontvangen’ (NBG).

Jezus is niet de Man gebleven die aan het kruis voor jou stierf. Hij is degene geworden die alle macht bezit en jou daarmee wil bevoorrechten. Hij geeft genade op genade. Het gaat maar door. Het bleef niet bij de genade die jou voor eens en altijd redde. Jezus komt telkens opnieuw met zijn genade, waarmee Hij jou elke dag wil verrassen.

Waarom wil Jezus je zoveel geven? Omdat Hij gemotiveerd wordt door zijn liefde. Hij wil als oudste broer het beste aan zijn jongere broertjes en zusjes geven. Alles wat Hij zelf heeft bereikt. Het is zijn liefste wens en zijn grootste plezier om jou te overladen met zijn rijkdom. Jezus overtreft je stoutste verwachtingen. Zijn genade is puur vakmanschap, helemaal afgestemd op jou.

Genade is Jezus’ belofte dat Hij zal doen wat jij niet kunt doen. Jij kunt jezelf niet redden, niet bevoorrechten, of zegenen – Hij wel. Hij komt met genade op genade.

Je boft enorm dat Hij zo naar je toekomt.