Hart – Jouw hart is het allerheiligste

Wijzelf zijn de tempel van de levende God.
2 Korintiërs 6:16

God wil je vullen met zijn heerlijkheid. De patronen die Hij van oudsher heeft aangebracht zullen effect hebben in jouw leven.

Ooit reisde God met zijn volk door de woestijn in een tabernakel. Hij woonde daar in het allerheiligste (Exodus 29:43-46). Later woonde Hij in Jeruzalem in de tempel, ook in het allerheiligste (1 Koningen 9:3).
Het waren afbeeldingen van zijn allerheiligste woning in de hemel (Hebreeën 9:24). Dankzij Jezus mag jij daar zijn. Je mag je voorstellen dat je daar samen met je hemelse Vader thuis bent (Efeziërs 2:4-7).
Die plek is dichterbij dan je denkt: in je hart. Je lichaam is Gods tempel. Je hart is de allerheiligste plek waar God woont (1 Korintiërs 3:16, Efeziërs 2:19-22).

Zowel de tabernakel als de tempel werden gevuld met Gods glorie. Zodra er aanbidding klonk, vulde Gods shekinah de ruimte. Alles kwam tot rust in zijn heerlijke aanwezigheid.
Zodra het geluid van de trompetten, cimbalen en andere instrumenten opklonk en de zangers de lofzang aanhieven: ‘De HEER is goed, eeuwig duurt zijn trouw,’ vulde de tempel, het huis van de HEER, zich met een wolk. De priesters konden hun dienst niet meer verrichten, want de majesteit van God vulde de hele tempel (2 Kronieken 5:13-14, zie ook (Exodus 40:34).

Jij mag zelf Gods patronen in je hart ontdekken. Aanbid Hem. Kom tot rust in zijn aanwezigheid. Jouw hart zal gevuld worden met zijn heerlijkheid. Dat mag een vast onderdeel worden van het heerlijke leven dat God je gunt!

Wink – Omdat God zijn hart laat zien, kun je van hem houden.