Talita Koem!

‘Meisje, sta op!’

Lucas 8:54

Jezus stapt met drie leerlingen het huis binnen waar een dood meisje op bed ligt. Hij stuurt de klagers en sceptici weg. Alleen de ouders blijven. Ze zien hoe Hij zonder enige schroom op haar toeloopt.

Hij nam haar hand vast en zei met luide stem: ‘Meisje, sta op!’ (Luc. 8:54).

‘Talita koem!’ noteert Marcus in de Aramese spreektaal. In onze taal betekent dat: ‘Meisje, ik zeg je, sta op!’ (Marc. 5:41). Talita koem, dat is dus zo in onze Bijbel blijven staan. Omdat deze uitdrukking vanaf dat moment moest blijven klinken in onze oren. Alle meisjes, Jezus zegt jullie: sta op!

Meisje, sta op. Jezus jaagt de klagers en lachers die jou naar beneden halen weg.

Meisje, sta op. Hij loopt op je toe en steekt zijn hand al naar je uit.

Meisje, sta op. Hij richt je op uit al je problemen.

Meisje, sta op. Hij zet je op je voeten, rechtop tussen de mensen die van je houden.

Meisje, sta op. Hij zorgt ervoor dat de juiste mensen je het goede voedsel zullen geven, zijn woord dat levenskracht geeft, de bevestiging die jij nodig hebt.

Hoor je zijn ‘Talita, koem?’ Hoor dan ook hoeveel Hij van je houdt.

 

Mijn lief roept mij toe:

‘Sta op, vriendin!

Mooi meisje, kom!’

(Hoogl. 2:10).

Jezus zet je op je voeten in zijn gerechtigheid. Niet om wat jij deed, maar om wat Hij heeft gedaan mag je leven en schitteren. Omdat Hij zoveel van je houdt.

Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de HEER (Jes. 60:1).

Lucas 8:40-56 Matteüs 9:18-26 Marcus 5:21-43