Veel vergeving: veel liefde

‘Wie weinig wordt vergeven, toont ook weinig liefde.’

Lucas 7:47b

Jezus ligt aan tafel aan bij een Farizeeër. (In het Midden-Oosten lagen de mensen languit op banken te eten.) Er komt een vrouw binnen die in de stad slecht bekendstaat. Ze gaat Jezus’ voeten balsemen met olie. Daarbij huilt ze voortdurend en kust ze zijn voeten. Vervolgens droogt ze die af met haar loshangend haar (Luc. 7:36-38).

De gasten voelen zich ongemakkelijk in deze kamer die gevuld wordt met de geuren en geluiden van de vrouw. De gastheer vraagt zich af of Jezus wel weet wie ze is. Maar Jezus weet wat hij denkt. De Farizeeër heeft er geen idee van wat vergeving teweegbrengt. Weet je namelijk hoe hard je vergeving nodig hebt en ontvang je die, dan zul je vervolgens ook veel liefde geven. Maar vind je dat je eigenlijk geen vergeving nodig hebt, dan zul je ook niet veel liefde kunnen opbrengen. Daarom vraagt Jezus aan deze Simon wie de meeste liefde zal betonen: hij die veel, of hij die weinig schuld wordt kwijtgescholden (Luc. 7:39-47)

Deze vrouw wordt aangetrokken door Jezus’ genade. Daarom kan het haar niks schelen wat anderen van haar vinden. Ze is zich ervan bewust hoe vergevingsgezind Jezus is. Er is bij Hem geen enkele veroordeling. Ze voelt zich dan ook niet afgewezen. Integendeel, ze voedt zich met Jezus’ liefde. Zijn aanwezigheid maakt haar vrij om haar wederliefde te uiten.

Jezus bevestigt de vrouw dat haar zonden vergeven zijn en spreekt haar vrij. Maar de omstanders vragen zich af waar Hij het lef vandaan haalt om zo’n vrouw te vergeven (Luc. 7:48-50).

Lucas 7:36-50