Welkom in het Vaderhuis

Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers. Johannes 14:1

Wie is God eigenlijk? Wat voor voorstelling maak je je van Hem? Wat heb je van Hem meegekregen? Is Hij een veroordelende God, een vergevende God, of van allebei wat?

Voor veel mensen staat het vast dat ze vooral goed hun best voor Hem moeten doen, want anders … Ja, wat anders?

De verloren zoon, de jongste zoon uit het verhaal van Jezus uit Lucas 15, ging terug naar het huis van zijn vader. Zijn motief was niet veel soeps: hij had honger. Vervolgens ontving hij wel vaders overvloedige genade.

De oudste zoon uit hetzelfde verhaal bleef buiten. Hij was de zoon die altijd goed zijn best gedaan had. Zijn motief was op het eerste gezicht lovenswaardig: hij had de gunst van de vader willen verdienen. Maar hij miste daarmee juist vaders overvloedige genade.

Het idee dat we eerst maar eens moeten bewijzen dat we Gods gunst hebben verdiend, staat zijn genade vierkant in de weg. Dat is problematisch, want daardoor kan God niet als Vader schitteren. God wil zijn genade als onverdiende gunst aan ons geven, als vrijgevige Vader aan zijn dierbare kinderen. Dat is de kern van het hele evangelie.

We moeten leven vanuit het evangelie van genade, zoals Paulus dat noemt in Handelingen 20:24. Dat is wat hij predikte, het fundament waar hij naar verwees als hij in zijn brieven de lezers opriep waardig te leven. Vanuit dat fundament leer je God pas kennen en liefhebben en eren.

Genade is het fundament van Gods huis (Rom. 5:2). Daarop richten de kinderen van de Vader hun leven in.  

Genade is onverdiende gunst. Daarmee komen we thuis in het huis van de Vader, dat huis met zoveel kamers, door Jezus zelf klaargemaakt. Ben jij al thuis in die genade?

Hartelijk welkom!