God doet het zelf, in het avondmaal

In hem worden alle beloften van God ingelost.

2 Korintiërs 1:20

Tijdens Pesachnacht blijven de Joden op om te herdenken dat God hun volk uit de slavernij bevrijdde. Ze vertellen elkaar bij de maaltijd dat God dat deed omdat Hij dat aan Abraham had beloofd. Hij had ook het tijdstip vastgesteld.

‘Wees ervan doordrongen dat je nakomelingen als vreemdeling zullen wonen in een land dat niet van hen is en dat ze daar slaaf zullen zijn en onderdrukt zullen worden, vierhonderd jaar lang. Maar ik zal hun onderdrukkers ter verantwoording roepen, en dan zullen ze wegtrekken, met grote rijkdommen’ (Gen. 15:13-14).

God had een verbond met Abraham gesloten. Bij een verbondssluiting was het de bedoeling dat beide partijen tussen geslachte dieren door zouden lopen, die in twee helften waren gekliefd. Beide partijen vormden namelijk door het verbond één geheel. Maar dit verbond was een eenzijdige toezegging van God aan Abraham. God liet Abraham slapen (Gen. 15:6-20).

Na vierhonderd jaar slavernij ziet Israël dan ook dat hun bevrijding helemaal van Gods kant komt. Ze hoeven daar in Egypte alleen maar een lam te slachten en het bloed op hun deurposten te smeren om hun vrijheid en rijkdom tegemoet te gaan (Ex. 12:1-42). Nu heft Jezus het glas.

‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt’ (Luc. 22:20).

Gods tijd is gekomen om zijn beloften voor de hele wereld gestand te doen. Het zal ook nu weer helemaal van zijn kant komen. Omdat Jezus daarvoor zijn bloed geeft.

Johannes 13:1-30 Matteüs 26:26-29 Marcus 14:22-25 Lucas 22:19-20