Martin O’Malley

Wie kent Martin O’Malley niet, de dikke fietsenmaker van Millstreet? Weet je ook dat-ie ooit ’n hoofdprijs won – tenminste, dat had je verwacht, als je erbij was geweest. Maar Martin O’Malley is een rare snuiter, weet je. Laat me je vertellen hoe het met die hoofdprijs afliep…

Iedere middag rond vijven sloot Martin O’Malley z’n werkplaats om ’n pint Guinness te gaan halen in O’Grady’s Pub op de hoek. En zoals praktisch elke dag, had-ie ook deze keer afgesproken met z’n vriend Seamus Moran, die verderop werkte in de slagerij van McManamon. Toen Martin O’Malley het hek afsloot en zich omdraaide, stond daar een hagelwitte Bentley voor z’n stoep, daarachter een busje beschilderd met Guinness reclame, daarachter ’n open terreinwagen, waar cameramensen vanuit stonden te filmen. Er sprong een blonde dame uit de Guinnessbus, gevolgd door een cameraman en ’n slungel met een hengel waar een microfoon aan hing.
‘Mill Street 32, bent u dat?’ riep de vrouw, terwijl ze in haar strakke pakje op ‘m toesnelde.
Martin O’Malley wees naar ’t nummerbordje op de muur naast z’n werkplaats: ‘Yes ma’m.”
“Ooo, geweldig – dan bent u de gelukkige!’
Hij kreeg ’n microfoon onder z’n neus gedrukt en de blonde vrouw begon te ratelen. Martin O’Malley begreep dat-ie de hoofdprijs had gewonnen van de Nationale Guinnessloterij. Hij zou in de witte Bentley door de stad gereden worden naar de hoofdprijs, die hij dus echt had gewonnen, en waar-ie gigantisch van op zou kijken (en wat er nu door hem heenging). Ze reden de North Mall en de South Mall over, terwijl er vanuit het Guinnessbusje omgeroepen werd wat er gaande was. Totdat ze, gevolgd door een hele menigte, in Rampart Wood voor ’n kolossaal gevaarte halt hielden. Middenin het park stond tussen de bloeiende fuchsia’s, hortensia’s en rodondendrons een in Guinnesspapier verpakt gebouw. Martin O’Malley moest onder het oog van de camera’s een touwtje lostrekken, waardoor de verpakking van de muren zou zakken en-ie te zien kreeg welke megaprijs hij gewonnen had. Tenminste – als-ie de laatste drie vragen goed zou beantwoorden.
Martin O’Malley trok met ’n eenvoudig handgebaar de verpakking los. Een roze villa met lichtbauwe kozijnen! Toen het gejuich en geklap was uitgestorven, kwam de eerste vraag. In welk boek worden alle wereldrecords opgetekend.
‘O – makkie. ’t Guinness Book of Records.’
Goed geantwoord. Volgende vraag. Noem drie namen die ons land wereldberoemd hebben gemaakt.
‘Uhmmm… Nou, Guinness, Guinness en Guinness.’
Ook goed. Geweldig. Je hebt nu bijna je prijs te pakken, Martin O’Malley: deze prachtige Victoriaanse villa, inclusief het landgoed met stallen en golfbanen. Je bent er nog maar enkele seconden van verwijderd. Ben je d’r klaar voor? Laatste vraag dan, tadadadaaa… Met welke drank staat de koelkast in dit huis gevuld?
‘Hé, Seamus Morgan, ben je daar, ouwe makker!’
Martin O’Malley ziet z’n vriend in de menigte staan. Hij groet de blonde quizmiss met ’n tikje tegen z’n pet – “Goodbye ma’m” – en stapt op Seamus Morgan af.
‘Je bent wel laat deze keer, maat. Kom, laten we naar de pub gaan en ’n pint drinken.’
Hij slaat ’n arm om z’n vriend en verdwijnt in de menigte.
Staan wij effe beteuterd te kijken.