Edvard Munch – Golgotha

Jezus schept een nieuwe mens

Edvard Munch schildert de Gekruisigde tussen de mensen voor wie Hij bidt. Jezus hangt licht en kalm tegen een duistere achtergrond, met onder zich even duistere mensen die naar Hem toe en van Hem af bewegen. Je ziet hoe de schilder onder het kruis de mensheid heeft samengebald in een kluwen, terwijl ze als in een web gevangen zitten in de omlijsting van de aarde en hun ondergang tegemoet dreigen te gaan. Het masker van de dood, nee, de dood zelf is in iedereen voelbaar.

Niemand anders kon de grimas van de dood zo beklemmend weergeven als deze Noorse kunstenaar. Maar kijk dan hoe Jezus boven de massa wordt uitgetild, en hoe Hij daarin onderscheiden is van de rest, ook in zijn voorkomen. ‘Wanneer Ik van de aarde omhoog geheven word, zal Ik iedereen naar Mij toe halen’, had Hij gezegd. Hij zou daar op dat punt een nieuwe mensheid scheppen, die geen angst meer zou kennen voor de dood.

Op de afbeelding van Munch zie je hoe Jezus met grote, heldere ogen over de mensenmenigte uitkijkt en zijn mond opent. We weten wat Hij daar gezegd heeft om een nieuw soort mens te creëren. ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen’, klinkt het vanaf het kruis. Jezus’ gebed wordt daar op die plek in die uren verhoord: God zal iedereen vergeven, alle mensen, en daarmee komt het nieuwe leven beschikbaar dat Hij voor iedereen in gedachten heeft. Er is vanaf dat moment een oud soort mens dat in de greep van de dood is, maar ook een nieuw soort mens, opnieuw geboren. De oude mens in Adam, zou Paulus zeggen, en de nieuwe mens in Christus.

‘Vader’, bad Jezus dus. Terwijl Hij op deze plaats van executie tussen hemel en aarde hing, verbond Hij God als Vader met ons mensen. ‘Vergeef het hun’, bad Hij. Vergeven betekent het kwaad niet toerekenen, afzien van vergelding, loslaten, vrij zetten. ‘Want ze weten niet wat ze doen.’ Nee, mensen wisten niet wat ze deden door deze Onschuldige te veroordelen. Het kwaad hield zich schuil. Iedereen dacht namelijk dat het terecht was dat er iemand aangewezen en veroordeeld moest worden, een zondebok om het voor even goed te maken. Altijd weer waren er zondebokken nodig, in elke tijd en waar ook ter wereld, want iedereen kende kwetsuren en tekorten waar iemand anders voor moest boeten; het was oog om oog, tand om tand. Maar hoe gerechtvaardigd zo’n oordeel ook leek, het hield het kwaad in stand. Het hield iedereen in zijn greep als in de dikke contouren van het web waar Munch zijn mensheid in gevangen had.

Jezus doorbrak die gevangenis en dat zie je. Hij leverde zichzelf uit om zonder dat iemand dat verwachtte elke veroordeling in het ongelijk te stellen. Want God wist wél wat Hij deed. Jezus kwam niet om de wereld te veroordelen, maar om haar te redden. ‘Golgotha’ heet het schilderij. Schedelplaats betekent dat, deze plaats van terechtstelling, die voor alle mensen een plaats van vrijspraak zou worden. Omdat Jezus zelf geen enkele zonde had begaan, kon Hij de zonden van iedereen op zich nemen.

Toen God alle zonden van de hele wereld in Jezus veroordeelde, trad Hij tegenover Jezus op als Rechter – zodat Hij voortaan voor altijd onze Vader zou kunnen zijn.

God verhoorde daar op Golgotha – waar Munch terecht een plaats van grote angst van maakte – voor eens en altijd Jezus’ gebed: ‘Vader, vergeef het hun.’ Het resultaat daarvan lezen we verderop in de Bijbel: ‘Om zo allen te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood.

Edvard Munch (1863-1943): Golgotha, 1900, olieverf op doek, 80 x 120 cm, Munch museum, Oslo.

Lees ook: Johannes 12:32; Lucas 23:34; Romeinen 5:12-21; Johannes 3:17; Hebreeën 2:14-15.

Willem de Vink