Maurits Cornelis Escher – Dag en nacht

 

Veranderingen verwelkomen

Escher was de meester van de regelmatige vlakverdeling, waarmee hij wonderbaarlijke visuele vondsten creëerde. Hij construeerde figuren die elkaar op het platte vlak aanvullen en in een regelmatig veranderingsproces van gedaante wisselen. ‘Dag en nacht’ is een van Eschers eerste houtsneden van zo’n voorstelling waarmee hij beroemd zou worden. Het is ook een van zijn meest succesvolle, hij liet er meer dan 600 van afdrukken.

We zien op deze prent hoe de kunstenaar in een serie vormen stapsgewijs transformaties aanbrengt. De tekening toont in zwart-wit en grijstinten een typisch Nederlands polderlandschap in vogelperspectief. Een kronkelende rivier, een dorp met een kerk, een molen, met daar omheen rechthoekige akkerlanden, die doorkruist worden door wegen en sloten. Het geheel is symmetrisch van opzet: vanuit het midden krijg je dezelfde voorstelling in spiegelbeeld te zien. Het enige verschil is de toon. Links heeft Escher zijn picturale voorstelling in daglicht uitgebeeld, rechts dezelfde wereld gespiegeld in het donker van de nacht. In het midden vindt een subtiele overgang plaats naar beide zijden. Ook van beneden naar boven zien we zo’n overgang. Daar worden de strak omlijnde akkers getransformeerd tot eenden die vervolgens de dag en de nacht in vliegen. De vogels zijn het die ons meenemen in het verhaal dat Escher ons wil vertellen, het verhaal van dag en nacht.

Deze plaat roept een visuele voorstelling op van de schepping uit Genesis. Zelden zagen we een duidelijkere uitbeelding van levende wezens die uit de aarde werden gecreëerd. Zelden ook zagen we zo’n heldere en evenwichtige voorstelling van dag en nacht.

Kijken we nog eens naar de prent, dan zien we dat de beelden aan de vier uiterste zijden eigenlijk het minst interessant zijn. Daar is het tafereel van een landschap waar vogels boven vliegen ‘af’. We zijn er gauw mee klaar. Juist de overgangen in het midden boeien, daar waar de transformaties van de vormen plaatsgrijpen. Met die langzaam veranderende werkelijkheid komt namelijk ons eigen leven in beeld, de veranderingen die wij zelf ondergaan. Zolang alles zijn gangetje gaat en op zijn plaats wordt gehouden, lijkt er niets aan de hand. Maar zodra er iets in beweging komt en er zich verschuivingen voordoen, moeten we opletten. Welke kant gaat dat op? Vertrouwen we de Schepper dat Hij ons door die veranderingen heen draagt en dat we er beter uit tevoorschijn komen?

Op dit punt komen de vogels in beeld. Als we goed kijken, zien we dat de eenden met hun gestalten zelf de dag en de nacht vormgeven, maar er niet in opgaan. Ze komen er juist van los en steken er ten slotte scherp tegen af. Het is alsof ze de verandering wel doormaken, maar zich er ook aan onttrekken. Ze ondergaan een metamorfose en vliegen vervolgens onverschrokken in formatie verder, boven alle veranderingen uit, gedragen op een onzichtbare luchtstroom.

Veranderen, daar is het werk van Escher van doortrokken, van verrassende metamorfosen. Daar gaat het in de Bijbel ook over. We worden van dag tot dag veranderd, leert de Bijbel ons. Zelfs de afwisseling van dag en nacht die we als vanzelfsprekend ervaren draagt daaraan bij. Dit werk van Escher herinnert ons daaraan. Dag en nacht, licht en duisternis, ze verschijnen in ons bestaan om iets bij ons te veranderen.

Soms is het lastig om door veranderingen heen te gaan, vooral als veel nog onduidelijk is. Waar gaat het heen? Hoe moeten we reageren? Wie zullen we straks zijn? De vage vormen middenin het proces maken ons onzeker. Misschien is dat wel waarom de Bijbel ons een dag- en een nachtgebed leert bidden. Omdat God ons in alle veranderingen wil dragen.

Maurits Cornelis Escher (1898-1972), ‘Dag en nacht’, housnede, 39,1 x 67,7 cm, 1938, Friesch Museum, Leeuwarden.

Doorlezen: 2 Korintiërs 4:16; Psalm 5; Psalm 4; Jesaja 46:4.

Willem de Vink