Eenvoudig leven – Eenvoudig pelgrimsleven

Wie in tranen op weg gaat,
Dragend de buidel met zaad,
Zal thuiskomen met gejuich,
Dragend de volle schoven.
Psalm 126:6

  • Pelgrim, waar ben je naar op weg?

Naar de plek waar ik thuis hoor. Elke stap neemt me mee op het ritme van mijn hart, het ritme van de liefde. Ik zal mijn Vader zien!

  • Pelgrim, wat neem je mee voor onderweg?

Niet teveel. Alleen het hoogstnodige. Niets om me zorgen over te maken, want alles wat overbodig is raak ik toch maar kwijt.

  • Pelgrim, waar rust je?

Op elke plek die zich aandient. De hele wereld is van mij, daar maak ik vrijmoedig gebruik van. Maar ik hecht me niet, ik ben ook zo weer weg.

  • Pelgrim, met wie reis je?

Met heel mijn gezin. En met heel Gods gemeenschap. We zijn eensgezind in ons reisdoel: we zijn samen op weg naar een plek van eeuwige glorie.

  • Pelgrim, wat doe je onderweg?

Soms kijk ik om me heen en zing ik het uit. Soms ben ik aan het babbelen en spelen. Soms heb ik een goed gesprek. En ik kan ook stil in mezelf verzonken zijn.

  • Pelgrim, wat kom je onderweg tegen?

Dat kan van alles zijn. Soms de prachtigste vergezichten, soms ook een hoop ongemak. Maar ik houd vol. En bij elke stap trekt Jezus met me op. Dat is fijn, want ik wil van Hem blijven horen wat mijn bestemming is. Hij is me voorgegaan en teruggekomen om me op te halen. Ik word helemaal blij van zijn aanwezigheid!

Stiltetip – Lees de pelgrimspsalmen 120-134. Ze zijn opgesteld in een drieslag: de eerste gaat telkens over het vertrek, de tweede over onderweg en de derde over het einddoel. Zie en zeg: ‘Ik ben heerlijk onderweg met de gemeente en met U’.