En nu verder…

Hoe ging het verder met Petrus, Paulus en al die andere volgelingen van Jezus?
De Bijbel vertelt er niets over. Toch weten we er wel wat van, dankzij andere boeken uit die tijd.

In de jaren 54 tot en met 68 na Christus was Nero keizer van het Romeinse Rijk. Hij vervolgde de christenen fel. Petrus werd gekruisigd, net als honderden andere volgelingen van Jezus. Sommigen van hen werden in de tuin van de keizer in Rome als fakkels verbrand. Paulus mocht niet gekruisigd worden, omdat hij Romeinse burgerrechten bezat. Waarschijnlijk werd hij met het zwaard onthoofd.

Toen Vespasianus keizer was, kwamen de Joden in opstand. Daarom werd Jeruzalem in het jaar 70 na Christus door de Romeinen verwoest. Ook de tempel werd met de grond gelijkgemaakt, precies zoals Jezus veertig jaar eerder had voorzegd. De Joden moesten het land uit vluchten.

Het geloof in Jezus verspreidde zich snel. Ondanks de vervolgingen in die eerste jaren nam het getuigenis over Jezus enorm toe. Volgelingen van Jezus kwam je overal tegen. Ze vielen op door hun blijdschap, vrijgevigheid en eenheid. Er waren slaven bij, maar ook familieleden van de Romeinse machthebbers. Zonder onderscheid te maken tussen rassen, rangen en standen kwamen ze samen in hun huizen en zalen. Daar spraken ze over hun geloof, bemoedigden elkaar en aanbaden God. Ze deelden brood en wijn uit aan elkaar om de kracht van Jezus’ dood en opstanding te beleven. Ook doopten ze nieuwe gelovigen in water.

Hun gemeenschappen werden gebouwd op het fundament van genade. God bevestigde zijn Woord met wonderen en tekenen. En volgens de Bijbel zal Hij dat blijven doen – meer en meer, naarmate het moment dat Jezus terugkeert dichterbij komt. Er was veel weerstand tegen het christelijke geloof, en dat is er nog steeds. Toch gelooft de gemeenschap van Jezus in een stralende toekomst.

De Bijbel maakt duidelijk dat God zijn werk helemaal af zal maken: zijn plan met de volken, met Israël, en met heel de schepping. Jezus zal daar de hoofdrol in vervullen. Hij zal ook zijn plan met jou en mij afmaken: Hij garandeert ons dat we zullen delen in zijn glorie.

Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof:
Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam,
in het gelijk gesteld door de Geest,
is verschenen aan de engelen,
verkondigd onder de volken, vond geloof in de wereld,
is opgenomen in majesteit.
1 Timoteüs 3 vers 15-16

Willem de Vink