24 Estafette-interview

Reveil estafette-interview, februari 2010

1. De ochtendkrant valt op de mat en de kop die de hele voorpagina vult verrast je bijzonder. Want er staat:.. (eerste gedachte opschrijven!)

Nederland onder water! (Ik zou op laarzen naar buiten gaan en blijven kijken tot ik de regenboog zag.)

2. Welk boek ligt er op je nachtkastje?

‘Stilte’ van Shusaku Endo. Lees ik voor de tweede keer. Hoe Japanse christenen hun geloof moeten afzweren door hun voet te zetten op een afbeelding van Christus. Het boek confronteert je met de gedachte of je je redding kunt verspillen. Het idee dat Gods redding uiteindelijk afhankelijk is van iemand zelf brengt veel achterdocht en veroordeling teweeg.

3. Wat spreekt je het meest aan in je dagelijks werk?

Gods Woord, letterlijk. Ik geef al vanaf mijn tienerjaren uitdrukking aan mijn liefde voor Jezus met tekeningen, tekst en prediking. Tijdens mijn middelbare schooltijd publiceerde ik mijn eerste strips waarin ik op Jezus wees. In die tijd liet de godsdienstleraar mij de les verzorgen. En ik schreef toen al in mijn werkstukken over mijn ontdekkingen uit de Bijbel. Dat ben ik sindsdien allemaal blijven doen en ik krijg er geen genoeg van.

4. Welk beroep had je willen hebben, als je niet had gedaan wat je nu doet?

Ik kan me niks anders voorstellen. Ik weet hoe ik bof dat ik mijn talenten, hobbies en overtuiging volop in mijn werk kan leggen. Daar bovenop krijg ik ook nog eens veel reacties terug op mijn preken, mijn weblog, het dagboek ‘Goede Genade!’ dat binnen een jaar een derde druk beleefde.

5. Wat zou je graag eens willen meemaken?

Een wonderbare spijziging. Ik wil wel uitdelen!

6. Heb je wel eens iets weggegooid waarvan je later veel spijt kreeg?

Mijn eerste striptekeningen. Ik was zeventien toen ik ze verbrandde, omdat ik niet wilde dat mijn werk God in de weg zou staan. Ik treur daar niet over, omdat ik dat toen voor mezelf moest doen. Maar ik had de originelen graag nog eens willen bekijken.

7. Waaraan erger je je ?

Als mensen molenstenen om elkaars nek hangen.

8. Wat hing er boven je bed toen je een jaar of 15 was?

Ik had een tekening op de muur geschilderd. Een meisje dat na haar doop in natte kleren half in het water met opgeheven handen staat. Best wel sensueel, ja.

9. Welke leraar (basisschool, voortgezet onderwijs, ander onderwijs) heeft je het meest bijgebracht en wat was dat?

Ik ben een eigenwijze autodidact. Maar Leo van Halem, mijn tekenleraar op de mavo, was wel iemand die me aanmoedigde, net als Jan van Willigen, de leraar Nederlands. Samen met de klas maakten we een popblad voor Muziek Express, waarmee we met z’n allen een vliegreis naar Londen wonnen. Leo (en wel meer leraren) lazen later mijn autobiografie ‘Getekend’. Ik heb nog af en toe contact met hem.

10. Welk moment in de geschiedenis had je zelf willen meemaken?

Ik had wel in de rugzak van Abraham willen meereizen. Willen zien hoe God hem bleef bezoeken en zegenen, ondanks zijn miskleunen. In zekere zin was ik er toen al bij, want volgens Jezus en Paulus ben ik een kind van Abraham.

11. Welke film is een absolute aanrader?

‘Les Miserables’ met Jean Depardieu en John Malkovich in de hoofdrollen. Maar dan wel vanwege het verhaal. Ik zou dus ook het boek of de musical kunnen noemen. Victor Hugo beschrijft een misdadiger die genade ontvangt en met die genade aan de greep van de wet ontkomt. Een klassiek verhaal dat weergeeft wat Paulus geopenbaard kreeg: dat de wet het moet afleggen tegen de genade.

12. Welk feest mag nooit van je kalender worden geschrapt?

Het avondmaal. Het feest dat Jezus zijn volmaakte lichaam met je deelt en je zijn bloedtransfusie toedient kun je niet vaak genoeg vieren!

13. Wat betekent sport voor je?

Wandelen met de hond, fietsen naar de stad, even lekker uitwaaien.

14. Wat ontroert je ?

Kinderen. Hun onbevangenheid, hun eenvoud. Als een kind wordt gezegend besef ik dat Gods goedheid zich uitstrekt over een compleet leven.

15. Waarover maak je je grote zorgen?

Geen grote zorgen. Bij Jezus is geen schuld, geen schaamte, geen veroordeling. Dus waar zou ik bang voor moeten zijn? Maar als ik me dan toch zorgen maak is dat waar ik wel schuld, schaamte en veroordeling tegenkom.

16. Ben je gelovig opgevoed? Zo ja, wat is je daarvan het meest bijgebleven?

Ja. Toen ik veertien was trok ik in mijn eentje naar Amsterdam. Mijn moeder kon me niet tegenhouden, maar ze zei wel: ‘Denk eraan dat Jezus met je meegaat.’

17. Heeft bidden zin?

Bidden is niet alleen praten met God, maar ook je gedachten en woorden op Hem afstemmen. En misschien is bidden wel vooral rusten in zijn aanwezigheid, zodat Hij het werk kan doen. En of dat zin heeft!

18. Kun je een bijbelverhaal noemen wat je bijzonder aanspreekt?

Ik werk momenteel aan een tienerbijbel, dan springen zoveel verhalen eruit. Laatst ontdekte ik dat Jozef twee keer huilt. De eerste keer als hij zijn broers ontmoet en er met die tranen geen greintje zelfbeklag of veroordeling meekomt. De tweede keer als zijn broers twijfelen aan Jozefs bedoelingen en toch weer om vergeving vragen. Veelzeggend!

19. Wie is Jezus Christus?

Het beeld van de onzichtbare God. Als je wilt weten wie God is moet je naar Jezus kijken zoals Hij nu is. Maar let op: als je wilt weten wie je zelf bent moet je ook naar Jezus kijken. Ik ben in Hem wie Hij is. Dat geheim maakt je volop mens en richt je identiteit op.

20. Wat stel je je  voor bij een leven na de dood?

Alle tijd om eindelijk eens intensief op te trekken met al die mooie mensen die ik hier tegenkwam!