Geen Rechter, maar Vader

Nooit zal ik u afvallen, nooit zal ik u verlaten.
Hebreeën 13:5b


Jezus riep in zijn laatste minuten aan het kruis: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ (Mat. 27:46), zodat wij nooit meer door God verlaten zouden worden.

Hij werd verlaten door God, zodat voor ons het woord van God in vervulling zou gaan uit Deuteronomium 31:6 en 8: ‘Het is de HEER, uw God, die met u meegaat. Hij zal niet van uw zijde wijken en u niet verlaten. De HEER zelf gaat voor je uit, hij zal je bijstaan en geen moment van je zijde wijken.’

Jezus werd verlaten door God toen Hij de zonde van de wereld op zich nam. Die schreeuw van verlatenheid werd al voorzien in Psalm 22:2: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. Mijn God! roep ik’.

Hier aan het kruis is de enige keer  dat Jezus God ‘God’ noemt. In het hele Nieuwe Testament spreekt Hij God verder alleen maar aan als de Vader. Dat is veelzeggend: Hij roept hier God aan als Rechter, die het vonnis voltrekt en zich daarmee van Hem afkeert.

Aan het kruis voltrekt God als Rechter het oordeel over Jezus, om voortaan als Vader met ons te kunnen optrekken. Hij straft Jezus voor onze zonden, zodat Hij zich met ons kan verbinden als de Vader die zijn kinderen nooit meer zal afvallen of verlaten.

Kijk je naar Jezus, dan sta je verbaasd hoe goed God is en hoe je Hem kunt vertrouwen. Je mag met Hem omgaan zoals Jezus met Hem omging: als kind van de Vader. Niets hoeft dat in de weg te staan: Jezus sloot een perfecte ruil.

God de Vader zal zijn kinderen nooit, nooit meer verlaten!

Tip – Rust in het vertrouwen van de geloofszekerheid die Jezus je geeft.