God vraagt geen goedheiligmannen

Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf.
Efeziërs 2:8-9


In de nadruk die sommige christenen leggen op een heilig leven kan gemakkelijk een stukje wereldgelijkvormigheid sluipen. Als de wereld over normen en waarden praat, doen wij dat ook. En we doen er nog een schepje bovenop, want als christenen zijn we de beste jongetjes van de klas ...

Maar de wereld is daar niet erg van onder de indruk: door de noodzaak van een heilig leven te benadrukken, scharen christenen zich gewoon in de rij van mensen met goede bedoelingen, anders niet.

Goede mensen willen we allemaal wel zijn. De wereld staat welwillend tegenover Sinterklaas als goedheiligman en tegenover Jezus als goed voorbeeld. Maar Hij is een aanstoot als redder van mensen uit hun zonde – want als je dat gelooft, ben je afhankelijk van Gods genade. Je erkent dat je uitsluitend door God rechtvaardig (goedgekeurd) en heilig (afgezonderd van de zonde) verklaard kunt worden, en niet door je eigen prestaties.

Dus is Gods genade irritant voor alle mensen die zich op hun goede gedrag willen laten voorstaan. Ook voor christenen die de neiging hebben om hun heiligheid met hun goede bedoelingen te verdienen.

Genade is een aanstoot voor trotse mensen.

Maar God is niet onder de indruk van al die goedheiligmannen. Hij is blij met mensen die zich overgeven aan Jezus. ‘Door zijn genade bent u immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan.’

Tip – Laat je lichaam maar eens spreken als je je overgeeft aan Gods genade. Doe je handen omhoog, of kniel in overgave.