Gods liefde brengt kinderen voort

‘Want God had de wereld zo lief.’

Johannes 3:16

De eeuwige, hemelse Vader wil kinderen. En Hij zal ze krijgen ook! Maar hoe dan? Wat kan een heilige God met onheilige mensen beginnen?

‘Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige (eniggeboren) Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ (Joh. 3:16).

Hier hoor je Jezus zeggen wat God op zijn hart heeft: Hij houdt van de hele wereld. Je hoort ook het bewijs van zijn liefde: Hij gaf zijn Zoon voor de wereld, voor jou en mij. En je hoort wat dat oplevert als je dat gelooft: dat je niet verloren zult gaan, maar voor altijd en eeuwig zult leven.

Eeuwig leven lijkt een onmogelijkheid; niemand is immers geschikt om Gods kind te zijn. Alle mensen zijn besmet met de zonde, die uitmondt in de dood. Maar hier is Gods eniggeboren Zoon, de enige die uit God geboren is en niet uit die ellendige zonde. Hij is daarom de enige die kan instaan voor iedereen die dat wel is, voor ons allemaal.

God geeft Jezus dus, in ruil voor ons: Hij de zonde, wij de rechtvaardiging, Hij de straf, wij de verlossing, Hij de veroordeling, wij de vrijspraak, Hij de vloek, wij de zegen, Hij de dood, wij het leven. Zo geeft de Vader zijn Zoon: in de dood. Om veel kinderen geboren te zien worden in het leven van Jezus.

Hoe lief heeft God de wereld? Hoe lief jou? Kijk naar Jezus en geloof het: zó lief. Welkom in Gods familie!

Johannes 3:14-18