Gods zegen na de maaltijd

Die nacht waakte de HEER om hen uit Egypte weg te leiden.
Exodus 12:42

Tjonge: kijk hoe de Israëlieten na het avondmaal Egypte verlaten. Let op wat de invloed van het bloed op de deurposten teweegbrengt. Gods genade komt beschikbaar – en hoe!

Ze hadden niks, maar ze gaan als rijke mensen op weg. Ze werden uitgebuit als slaven, maar nu worden ze koninklijk behandeld. Ze moesten zwoegen en zweten onder de zweep, maar nu hebben ze conditie voor twee. Ze lijken wel op hun aartsvader Abraham, die ook met meer rijkdom Egypte verliet dan toen hij er aankwam (Gen. 12:16).

Ze hadden gedaan wat Mozes had opgedragen en de Egyptenaren om zilveren en gouden sieraden en om kleren gevraagd. En de HEER had ervoor gezorgd dat de Egyptenaren hun goedgezind waren, zodat ze op hun verzoek ingingen. Zo beroofden ze de Egyptenaren (Ex. 12:35-36).

Trouwens, God had Abraham al voorzegd dat dit zou gebeuren.

‘Dan zullen ze vertrekken, met grote rijkdommen’ (Gen. 15:14).

Als God redt en bevrijdt, dan doet Hij het goed. Hij voorziet zelfs in slijtvaste kleding en gezondheid (Deut. 8:4).

Hij liet zijn volk vertrekken met zilver en goud, niemand in hun stammen ging strompelend weg (Ps. 105:37).

Ze nemen enorme kudden mee, zodat ook hun economische voortbestaan verzekerd is. En Gods zegen reikt verder dan zijn eigen volk. Want niet alleen alle Israëlieten worden in vrijheid uitgeleid, maar ook andere volken profiteren ervan mee (Ex. 12:38).

De Israëlieten genieten nog lang na van die wonderlijke maaltijd, die zo veel zegen teweegbracht.

Van het deeg dat ze uit Egypte hadden meegenomen bakten ze ongedesemde broden (Ex. 12:39)
.

Ook wij mogen genieten van alle zegen die Jezus met ons deelt vanuit het avondmaal.