Graag gehoorzaam

Maar God zij gedankt: u was slaven van de zonde, maar nu gehoorzaamt u van ganser harte de leer waaraan u zich hebt toevertrouwd, en bevrijd van de zonde hebt u zich in dienst gesteld van de gerechtigheid.
Romeinen 6:17, 18a


Genade lijkt kwetsbaar: alsof je kunt doen wat je maar wilt. Je leeft inderdaad op Gods geopende hand, die zich nooit zal sluiten om je te dwingen om te doen wat Hij wil. Daarom lijkt het erop dat je maar raak kunt leven.

 

Maar als je er zo over denkt, heb je nog niets van Gods genade begrepen.

De vraag ‘hoever kan ik binnen Gods genade gaan met zondigen’ (omdat Hij toch wel vergeeft) is een onmogelijke vraag, omdat je daarmee de genade losmaakt van de liefde waaruit die genade voortkomt. Als je werkelijk gegrepen bent door Gods genade, is er maar één reactie mogelijk: je wilt die liefde beantwoorden.

Waarom zou je goed doen? Liefde kent maar één reden om het goede te doen: dankbaarheid. Je laat de zonde achter je, omdat je God niet wilt teleurstellen. Je leeft heilig, gericht op God, omdat je van Hem houdt.

Genade leert ons dit. Als je van God houdt, mag je doen waar je zin in hebt. Je hebt dan zin om God een plezier te doen. Je dient Hem maar wat graag: niet uit dwang, maar uit verlangen.