Wie is er attractief voor God?

U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren.
Matteüs 15:28


‘Heb medelijden!’ Een vrouw werpt zich voor de voeten van Jezus. Smeekt om hulp. Maar Jezus weert haar af. Deze vrouw is een Kanaänitische. Jezus beperkt op dat moment zijn openbare optreden tot Israël, waar de wet gebiedt dat je je niet met heidenen bemoeit.

‘Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon,’ klaagt de vrouw. Jezus antwoordt: ‘Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël.’ Zijn leerlingen dringen er dan ook op aan dat Hij haar wegstuurt. Toch blijft ze aandringen: ‘Heer, help mij!’ Jezus weigert: ‘Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.’ Maar ze laat zich niet afwijzen: ‘Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen.’

Hier doet een vrouw een dringend beroep op Gods genade. Ze herkent in Jezus wat God voor haar op het hart heeft. Geen veroordeling, geen verwerping, geen afwijzing, maar uitsluitend goedheid en genade. De vrouw heeft niets te bieden, dat weet ze. Je hoort bij haar dan ook geen greintje zelfrechtvaardiging. Maar wel enorme gretigheid om van Jezus te ontvangen. Geloof, noemt Jezus dat.

‘U hebt een groot geloof!’ zegt Hij. ‘Wat u verlangt, zal ook gebeuren.’ En ze ontvangt wat ze verlangt, wat direct effect heeft op haar zieke dochter (Mat. 15:22-28).

Wanhopig van verlangen … Je bent attractief in Gods ogen als je zo verlangt naar zijn genade.