Help – genade!

Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.

Matteüs 5:48

Jezus legt in de bergrede de lat voortdurend hoger dan de wet. ‘Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd .... maar ik zeg zelfs ...’ Hij wijst zijn volgelingen er op dat je je wel aan de geboden van de wet kunt proberen te houden, maar dat je daarmee nog geen ander mens wordt. En dat is nu juist nodig.

Je kunt je ogenschijnlijk keurig gedragen, maar in je hart iemand doodwensen. Je kunt allervriendelijkst lijken, maar stiekem op anderen neerkijken. Je kunt allerlei goede doelen ondersteunen, maar in onmin leven met je naaste. Je kunt je voordoen als een trouwe echtgenoot, maar met je ogen vreemdgaan. Het oordeel blijft dreigen, de hel brandt al. Wie kan zo goed leven, zoveel om anderen geven, dat hij aan die dreiging ontkomt?

Het lijkt wel of Jezus mensen met zijn woorden zover wil brengen dat ze om genade gaan roepen.

‘Help, we kunnen niet voldoen!’

‘Help, zelfs de wet kan ons niet redden!’

‘Help, genade!’

En dan zegt Hij ook nog dat we volmaakt moeten zijn. Net zo volmaakt moeten zijn als God in de hemel. Als God in de hemel? Nee, Jezus noemt Hem onze hemelse Vader. Kunnen we dan toch zijn kinderen zijn? Net zo volmaakt als Hij?

In Jezus wel, ja. Inderdaad, in Hem ben je volmaakt in de ogen van de Vader. Jazeker, Jezus maakt die woorden voor jou waar. Jouw roep om genade heeft Hij aan het kruis definitief beantwoord.

Door deze ene offergave heeft hij hen die zich door hem laten heiligen voorgoed tot volmaaktheid gebracht (Hebr. 10:14).

Matteüs 5:17-48 Lucas 6:27-36