Hemel – De hele Bijbel werkt naar de hemel toe

Voor altijd doet hij de dood teniet. Jesaja 25:8

Met Jezus wordt pas echt duidelijk dat God wil dat we eeuwig met hem zullen leven. Maar ook in de oudste bijbelboeken lezen we erover.

‘Ik laat sterven, ik geef leven’ (Deuteronomium 32:39a).

Hanna, de moeder van Samuël, zingt dit:

‘De HEER doet sterven en doet leven, zendt naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog’ (1 Samuël 2:6).

David beseft dat God er altijd voor hem zal zijn, waar dan ook.

Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar (Psalm 139:8).

Ook in een andere Psalm klinkt het besef door dat de dood niet het einde is.

Maar mij zal God vrijkopen uit de macht van het dodenrijk, mij zal hij wegnemen (Psalm 49:16).

De profeten zien hetzelfde.

‘Jullie doden zullen herleven, de lijken opstaan. Ontwaak, jullie daar in het stof, jubel!’ (Jesaja 26:19a).

Heel de Bijbel werkt naar het hemelse leven toe.

‘Er zal geen dood meer zijn’ (Openbaring 21:4b).