43 Hoe kom je uit de sleur?

Als het leven een sleur wordt, voel je je niks waard. Elke dag hetzelfde werk, dezelfde school, dezelfde routine van opstaan en naar bed gaan. Pfff. Ga je op vakantie, spring je eruit, dan merk je nog eens extra hoe naargeestig dat gedoe van alledag is… (Leestijd 13 minuten)

Maar het kan nog erger. Je zult maar blind zijn. Ik bedoel in Israël, aan het begin van onze jaartelling. Dan lig je eruit. Je bent gehandicapt en dat houdt je buiten de samenleving. Je woont buiten de stad, misschien wel ergens bij de vuilnisbelt, waar je af en toe nog wat kunt scharrelen naar eten. Je wordt gedoogd, maar je bent van geen nut, dus hoef je ook niks te verwachten.

Donkere dagen
Die blinde uit Markus 8, ja waar leeft die voor? Alle dagen zijn hetzelfde. Hetzelfde patroon in hetzelfde duister. Lang geleden heb je een plaatsje veroverd in de poort. Sindsdien schuifel je elke dag over dezelfde weg naar die plek waar je af en toe een extraatje krijgt toegestopt. Je kent elke oneffenheid onderweg, elke steen, elke uitholling. Je kent de geluiden, de vogels die af en aan vliegen, de boomtoppen die ruisen. Je snuift de geur op van de wisselende seizoenen, terwijl er in jouw dagen geen enkele afwisseling zit. Je hurkt voor de zoveelste keer neer in de schaduw van de poort. Je hoort de handelaren weer passeren. Het stof dat hun gehaaste passen opwerpen kleeft op je lippen als je roept om een aalmoes. Zo zit je daar, dag in, dag uit. En zo blijf je daar zitten, urenlang. Tegen de avond maak je meer kans om een geldstuk toegeworpen te krijgen, als de handelaren goede zaken hebben gedaan; een schrale troost voor de doffe duisternis waarin je opgesloten zit. Dan komt je broer, je neef, je nicht, die je een brood toestopt en jouw munten opeist. De poorten gaan dicht; je kunt weer gaan, de avond tegemoet, die voor jou net zo donker is als de dag.

Zo leef je je leven. Zo leven zo velen hun leven. Misschien jij ook wel. In de sleur van alledag, zonder uitzicht, zonder licht op een leuke toekomst. Misschien lijkt het allemaal wel aardig waarmee jij bezig bent, maar ben je vanbinnen net zo opgesloten en afgestompt als die blinde van Betsaïda. Totdat een paar enthousiastelingen je meesleuren en je tegenover Jezus plaatsen. Wat dan? Het is mogelijk dat dan je ogen opengaan…

Saai leven?
Saai. Veel mensen kunnen niets anders van hun leven zeggen dan saai. Hoe komt dat? Waarom zit je zo vaak opgesloten in de sleur van alledag? Waarom merk je zo weinig van God? Je lijkt wel die blinde van Betsaïda, dat Joodse dorp, waar de Romeinen een stad van hadden gemaakt. Imposant hoor, die muren, die poorten, die snelweg waar karavanen en legers langskomen. Geweldig, die kaden waar de vissersboten aanleggen en hun vangst verhandelen. Leuk, die winkelboulevards. Maar je hebt geen deel aan dat enerverende leven, je bent buitengesloten, blind. Je beweegt je langs vaste patronen, over dezelfde weg die je elke dag aflegt. Je geeft de standaard antwoorden, ingekapseld in vlakke gevoelens. Niets is de moeite waard. Nooit verandert er iets. En er is niemand die je wegrukt uit die sleur.

Wacht even – zijn er geen mensen die jou op Jezus wijzen? Hij is dichtbij; heb jij je nooit laten meenemen? Ja, daar gaat het om als je wilt dat alles anders wordt. Kijk, wil je uit de sleur stappen, dan zul je niet bang moeten zijn om een onbekende kant uit te gaan. Die blinde liet zich meenemen, ook al stootte hij z’n tenen aan onbekende stenen. En Hij vatte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp, staat er in Markus 8 vers 23. Zie je het voor je? Jezus nam hem bij de hand, en leidde hem naar een plek waar-ie nog nooit geweest was, buiten de poort, ver van z’n woning, via een weg waar-ie totaal onbekend mee was. Jezus hield hem vast, maar hij moest Hem wel vertrouwen. Blind vertrouwen, zo kun je dat wel noemen, ja. Zijn voeten schuifelden over onbekend terrein, hij hoorde andere geluiden om zich heen, snoof vreemde geuren op. En dat was precies Jezus’ bedoeling. Wanneer je je veiligheidsgrenzen opgeeft kun je verder komen. Ben je los, dan ben je vrij om iets nieuws te ontvangen. Op onbekend terrein kan een wonder gebeuren. Iedereen die met Jezus optrekt kan je vertellen hoe waar dit is. Het draait in het normale christenleven altijd om de vraag of je je wilt overgeven aan Jezus, zodat Hij met je verder kan gaan. Wil je dat, dan zul je de bekende, veilige patronen waarin je leeft los moeten laten en Hem moeten vertrouwen als Hij je meeneemt naar onbekend gebied. Die blinde stond Hem dat toe. Kijk hoe hij meeging: strompelend, zwetend, onzeker. Maar toch. Het leverde hem niet alleen nieuwe ogen op, of een andere kijk op z’n bestaan, maar een compleet nieuw leven. Weg uit de sleur, dankzij Jezus!

Vreemde dingen
Wees niet verbaasd als er vreemde dingen gebeuren wanneer Jezus jou bij de hand neemt. Jij wilt weg uit de sleur. Oké, daarvoor kun je bij Jezus terecht. Jij bent het zat om in ’n duistere wolk rond te lopen, zonder zin, zonder uitzicht. Gelijk heb je. Jezus is de eerste die wil bevestigen dat je uitzicht mag krijgen op een zinvol leven. Hij kan jou dat geven. Hij wil daar zelf garant voor staan. Hij wil je meenemen naar onbekende gebieden, als je Hem toestaat jouw leven te leiden. Maar kijk dan niet gek op als je schokkende dingen meemaakt. Zoals die blinde man uit Betsaïda. Hij werd gespuugd. Door Jezus.

Het was heel wat dat die blinde zich door Jezus liet leiden naar een plek waar-ie de weg niet wist. Een blinde is extra kwetsbaar in onbekend gebied. Nou ja, Jezus had hem bij de hand genomen, dus dat voelde wel veilig, als-ie het tenminste kon opbrengen om Jezus te vertrouwen. Mwah, dat ging wel goed. Stap voor stap achter Jezus aan, hand in hand, met een rumoerige menigte om ’m heen vol bekende en onbekende stemmen, tot ze op een plek kwamen waar het ruisen van de boomtoppen dichterbij te horen was dan-ie ooit had waargenomen. Geen probleem: Jezus’ hand had hem gerustgesteld. Nu voelde hij hoe Jezus positie nam tegenover hem en het volgende moment – tuf – droop er speeksel van z’n gezicht.

Wat nu? Waarom? Jezus die iemand spuugt? Jawel. Als je Jezus wilt volgen, zul je ook zijn smaad moeten delen. Jezus belachelijk gemaakt? Jij ook. Jezus gespuugd? Jij ook. Jezus aan het kruis? Jij ook. “Indien iemand achter Mij wil komen,” zegt Jezus in Lucas 9 vers 23, “die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op.” Waarom? “Indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking,” zegt Paulus in Romeinen 8 vers 17. God wil onze overgave om met ons tot overwinning te komen. Die overgave gaat ver. Tot op het kruis, waar je sterft aan al je trots. In die trots, dat zelfbeschikkingsrecht dat we van nature zo graag willen vasthouden zit ons probleem. Je mag Jezus’ hand vasthouden met het idee dat je er beter van wordt, maar je zult pas echt beter worden als je sterft aan de ergste ziekte: jouw eigen egoïsme. Dus spuugt Jezus de blinde in de ogen. Zodat hij mag gaan zien.

Zie je iets?
Je weet niet half hoeveel Jezus van jou houdt. Niemand kan peilen met welke diepe gevoelens Hij om jou geeft. Hij komt in de Bijbel naar voren als iemand die het beste voor jou zoekt en honderd procent voor je klaar staat. Kijk hoe Hij de blinde van Betsaïda bij de hand neemt. Wat ziet Hij eigenlijk in die man? Daar gaan ze, hand in hand, voetje voor voetje, samen, tot buiten de poort. Hij maakt hem geen verwijt en wordt niet ongeduldig als het niet opschiet. Jezus leidt, de blinde volgt, zwijgend. In de stilte groeit verwachting, gevoed door die vastberaden hand. Jezus spuugt op de ogen van de blinde en drukt zijn handen erop. Hij raakt de zwakke plek aan, verdoemde ogen, gaten vol duisternis. Dan klinkt voor het eerst Jezus’ stem: “Zie je iets?” Of je iets ziet? Nee! Dat is uitgesloten, al is het misschien wel een diep weggestopte wens. Blind is blind. Sleur is sleur. Het is niet anders. En toch. Heeft Jezus met zijn handdruk het verlangen wakker geknepen dat wat onmogelijk is alsnog kan gebeuren? Je hebt Jezus’ liefde gevoeld, je hebt je laten meenemen, je bent door Hem aangeraakt. Wat zegt Hij nu? “Zie je iets?” Die vraag heeft scheppingskracht.

Alles wat uit Jezus’ mond komt heeft dat. Jezus brengt een creatief proces op gang waarin iets nieuws kan gebeuren. Het begint bij een aanraking, een liefdesverklaring. Er wordt verwachting gewekt: er gaat iets gebeuren en Jezus zal het mogelijk maken. Met die warme gevoelens komt de blinde in beweging. Jezus leidt de man op een weg die hij niet kent. Hij moet zich overgeven en vertrouwen hebben. Hij moet zelfs bereid zijn om door het slijk gehaald te worden. Waar iets nieuws gebeurt moet weerstand overwonnen worden. Elke geboorte doet pijn. Maar dan zijn drie woorden genoeg om te scheppen wat nog niet geschapen was: nieuwe ogen die kunnen zien. “Zie je iets?” Ja nou en of! Kijk! Licht in de duisternis! Mensen om je heen! Jezus! Zijn woorden brengen je terug in het leven, onder de mensen, daar waar de liefde kan schitteren. Jezus mocht je aanraken, meenemen, toespreken. Nu zie je wat je nog nooit eerder hebt gezien: hoe mooi en zinvol het leven is. Ook al is alles om je heen misschien nog vaag, er is iets nieuws op gang gebracht. Je was blind en je kunt zien. Nee, niet die blinde uit Betsaïda – jij!

Laat je verrassen
Ooit weleens mensen als bomen zien wandelen? Dan mankeert er iets aan je ogen. Dat is het geval met de blinde van Betsaïda. Jezus heeft hem aangeraakt en vraagt hem vervolgens of-ie wat ziet. Ja: de mensen, die als bomen wandelen. Vreemde opmerking. Eerst blind, nu slechtziend. Blijkbaar is-ie nog niet helemaal genezen

Dit is de enige beschrijving in de Bijbel van een optreden van Jezus waarin het wonder in etappes gebeurt. Misschien wil het zeggen dat vernieuwing meestal een proces is. Het begint ermee dat je Jezus ontmoet en Hem toestaat dat Hij je bij de hand neemt. Dan neemt Hij je mee in een leven waarin je helemaal op Hem moet vertrouwen. Je wordt geconfronteerd met je eigen tekorten. Jezus is bij je, Hij raakt je aan, dat is duidelijk. Vervolgens moet je de vraag beantwoorden wat je nu werkelijk wil. Op dat moment gaan je ogen open. Dat is geweldig, al is het nog niet voldoende. Er is iets met je gebeurd dat effect heeft op jezelf, maar nog niet op je omgeving. Je merkt de verandering, maar daarmee heb je nog geen andere kijk op de mensen om je heen gekregen. Jezus moet verder met je gaan. Het proces is nog niet ten einde. Daarom moet de (ex-) blinde uit Betsaïda nog eens door Jezus aangeraakt worden.

Een gek verhaal? Er zijn veel mensen die andere mensen als bomen zien wandelen. Voor hen zijn mensen niet meer dan stomme verschijningen, die hen niets te zeggen hebben. Ze zien niet wat God in andere mensen ziet. En daarmee is Gods werk in hun leven onaf. Je kunt Jezus tegenkomen en er zelf door opgekikkerd worden, maar zolang dat niet jouw houding en zienswijze op anderen verandert, blijft God ontevreden. Veel mensen houden er een negatieve kijk naar anderen op na. Ze roddelen zoals een hond tegen een boom aan piest; alsof ze mensen als bomen zien. Jij en ik, wij maken ons daar allemaal weleens schuldig aan. De zonde vertraagt Gods werk. Het vernieuwingsproces dat God begon stagneert. Jezus moet ons opnieuw aanpakken. Willen we dat? We hebben andere ogen nodig.

Een nieuw leven!
En dan word je weer teruggestuurd naar huis. Want het leven gaat door en daar kun je je niet aan onttrekken. Het was leuk om een uitstapje te maken en even aan de sleur te ontkomen, maar nu gaan we weer gewoon doen. Gewoon terug op je oude stek, in je oude doen. Gewoon? Mooi niet. Je hebt een giga verandering doorgemaakt. Na een ontmoeting met Jezus zie je de dingen anders. Voortaan zie je alles scherp. Je staat in hetzelfde leven als voorheen, maar met een andere kijk op de dingen. Er zit scherptediepte in. Meer contrast ook. Je onderscheidt alles beter. Goed en kwaad staan je scherper voor ogen. Zin en onzin. Waar het werkelijk om draait. Jouw verleden heeft betekenis gekregen, omdat God die heeft aangepakt en ten goede gekeerd. De toekomst is hoopvol, omdat Hij je zal leiden en naar je bestemming zal brengen. Je leest met andere ogen de krant, kijkt met andere ogen tv. Omdat God jou onder handen nam, weet je zeker dat Hij de hele wereld onder handen zal nemen. Ook jouw contacten zijn waardevol geworden. Je hebt ontdekt hoeveel God van jou houdt, dus zal Hij dan ook niet van de anderen houden? De mensen om je heen, die kostbaar zijn in Gods ogen, zijn nu ook kostbaar voor jou. Elke dag kun je dankbaar beginnen. Elke handeling heeft zin. En dat in dezelfde omgeving, hetzelfde huis waar je vroeger als een zombie rondliep, meer dood dan levend, zonder ergens zin in te hebben of de zin van in te zien. Je ziet voortaan alles scherp.

Zo vergaat het de blinde van Betsaïda. Jezus raakt zijn ogen aan en stuurt hem dan weer terug naar huis. Met andere ogen dus. Ja, met genezen ogen. Lichamelijk genezen. Maar er zit meer achter. Dat zinnetje ‘en hij zag voortaan alles scherp’ uit Markus 8 vers 25 spreekt van een totaal andere kijk op het leven.

En zo kan het jou en mij ook vergaan. Saai hoeft het niet te blijven. Als Jezus je aanraakt, voel je dat lichamelijk en kom je ook geestelijk in beweging. De inspiratie gaat via het lichaam naar de geest. Jezus laat iets van zijn Geest bij je achter. Het is mogelijk om vol te worden van de Heilige Geest en daardoor alles scherp te gaan zien. Jouw oude huis, en alles om jou heen – niets is meer hetzelfde, omdat je zelf veranderd bent. Je ziet voortaan alles scherp.

Willem de Vink