44 Overgave is overwinning

Schilderijen en oorlogen moet je op een afstand zien. Maar de geestelijke strijd kun je niet op afstand houden. Zodra je geboren wordt in Gods koninkrijk, word je geplaatst achter de linies van de vijand, in bezet gebied. De principes van de strijd staan vast, de uitslag is bekend: Jezus is overwinnaar. Het enige wat aan verandering onderhevig is, is jouw houding in de strijd. Daarin kun je aanvallen, verdedigen, ontspannen of deserteren. Waar kies jij voor?

‘Een moderne oorlog kent geen winnaars,’ zei Chamberlain in 1938. Maar wist je dat de geestelijke strijd ook geen winnaars kent? De Bijbel spreekt van overwinnaars. Of liever nog: van méér dan overwinnaars. Wat het verschil is?

Winnaars kunnen in een volgende ontmoeting weer verliezen; overwinnaars hebben de vijand voorgoed verslagen.

Winnaars zien hun namen op den duur geschrapt worden uit het Guiness Book of Records; overwinnaars staan onuitwisbaar opgetekend in het Boek des Levens.

Winnaars nemen het heft in eigen handen; overwinnaars heffen hun handen op.

Denk aan Mozes. Hij dacht dat hij het gewonnen had van een Egyptenaar toen hij zijn hand balde tot een vuist en erop los sloeg. Maar die winst was verlies in Gods ogen. Later leerde hij zijn handen op te heffen en te vertrouwen dat God zou strijden. Zolang hij dat deed gaf dat de overwinning voor de Israëlieten in hun strijd tegen Amelek. Dus: ‘Je hand op de troon des Heren!’ (Exodus 17:16) – op de plaats waar Jezus de baas is. Alleen daar behaal je de overwinning. Maar hoe kom je daar?

Winnaar of overwinnaar
Overwinnaars treden beslissend op. De eerste en alles bepalende beslissing is Jezus’ oproep opvolgen… om je leven op te geven. Want wanneer ben je een overwinnaar in Gods koninkrijk? Als je alles verliest!

Zoals de discipelen. Het leek winst toen Jezus aan de kant van het meer aanwijzingen gaf voor een wonderbaarlijke visvangst. ‘Heer, kom morgenochtend alstublieft weer naar het strand, dan is succes verzekerd!’ De vissers zagen al vissen van goud hun netten binnen zwemmen. Maar het verhaal gaat verder: na die bijzondere visvangst roept Jezus de jongens bij hun netten vandaan. Hij wil hen op een hoger plan laten functioneren, als vissers van mensen. Pas toen ze alles opgaven en in de voetstappen van Jezus verder gingen, kwamen de discipelen op de plaats die God voor hen had bedoeld. Daarvoor waren ze wel eerst heel kwetsbaar geworden!

Jezus zegt: ‘Wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden’ (Mattheüs 10:39). Niemand wil van nature verliezen. Daarom is het nodig dat we sterven aan onze oude natuur en groeien in de Goddelijke natuur (2 Petrus 1:3,4). Dat maakt ons tot overwinnaars op Gods manier.

Het is de wereld op z’n kop. Wie meer wil ontvangen, moet meer geven. Wie wil groeien, zal moeten snoeien. Wie wil winnen, moet verliezen. Tot je niets meer te verliezen hebt, en het is: ‘Niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij’ (Galaten 2:20).

Verliezen
Overwinnaars nemen met niets minder genoegen dan met goud. In Gods ogen is alleen Jezus goud. Dat goud is te koop. Jezus zegt in Openbaring 3 vers 18: ‘Ik raad je aan om Mijn goud te kopen, dat in vuur gelouterd is, want dan pas ben je rijk.’ Als dat goud van Jezus te koop is, hoeveel kost het dan? Sommige dingen in Gods koninkrijk zijn gratis, voor andere dingen moet je veel betalen. Het water (van je redding), de wijn (van Jezus’ bloed) en de melk (van Gods Woord) kun je kopen zonder geld en zonder prijs, staat er in Jesaja 51:1. Alles wat er nodig is voor jouw redding wordt je gratis uit genade aangeboden, want de prijs daarvoor werd betaald door Jezus. Maar goud (het leven van Jezus’ kwaliteit) kost je alles en is met niets anders te koop dan met je eigen leven. Dat goud wordt gelouterd in vuur (Jezus doopt met Geest en vuur, zegt Johannes de Doper). God wil de kwaliteit van Jezus aanbrengen in je leven. Goud – samen met Jezus nummer één, als overwinnaar. Maar wie wil groeien naar het beeld van Jezus kan niet om de vuurdoop, de loutering, het lijden voor Jezus heen.

Jezus heeft overwonnen, Hij heeft goud behaald. ‘Het is volbracht,’ zei Hij toen Hij stierf aan het kruis. Toch ontbreekt er volgens Paulus nog iets aan het werk dat Jezus volbracht heeft. Niet dat Jezus Zijn werk niet goed en volledig heeft gedaan, niet dat onze redding niet vast zou staan en alles daarvoor klaar is, maar wij zijn nog niet klaar. ‘Ik vul in mijn lichaam aan wat er nog ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus,’ schrijft hij (Kolossenzen 1:24). Paulus deelt in het lijden van Jezus. Waarom? Omdat de overwinning beproefd moet worden op zijn echtheid.

Lijden voor Jezus is een bekend thema in het Nieuwe Testament. Maar het is minder bekend in onze kringen. Ons thema is meer: ‘Wat hebben we het toch goed’ – omdat we de tijd in dit lichaam en deze wereld graag uitzitten door onszelf te verzorgen en te vertroetelen. Terwijl we onze tijd zouden moeten uitbuiten om strijd te leveren en te lijden voor Jezus als dat moet. Wie leeft in vijandig gebied en zich niet verstopt voor de strijd, loopt risico’s. Voor Jezus neem je die op de koop toe. Of je gaat nog een stapje verder – je zoekt het lijden op.

Lijden
Het lijden van Gods kinderen heeft alles te maken met de geestelijke strijd die woedt op onzichtbaar niveau. Hoe ben je voor jezelf, voor anderen, voor God? Zoals gezegd kun je in de strijd aanvallen, verdedigen, ontspannen of deserteren. De houding van Gods kinderen  is bepalend voor de eindoverwinning, want die wordt alleen behaald als er aangevallen wordt. En die aanvallende houding brengt lijden met zich mee. Maar wel met een speciale bedoeling. Want als Gods plan door lijden heen slaagt, heeft de satan dubbel en dwars het nakijken.

Om de diepere betekenis van het lijden voor Jezus te doorgronden moet je goed begrijpen wat er aan de hand is op onzichtbaar niveau. Toen God van de mens Zijn lieveling maakte, was de satan het daar als hoogwaardige aartsengel absoluut niet mee eens. Hij daagde God uit en betwistte Gods keus om mensen tot Zijn belangrijkste partners te maken. Hij zou daar een stokje voor steken en zichzelf die belangrijkste plaats bezorgen. Let op de intimidatie die de tegenstander van God en mensen sindsdien uitoefent. Hij is vervuld geraakt van geweldenarij (Ezechiël 28:16). Hij werd de overweldiger van volken (Jesaja 14:12). Hij is er op uit om mensen tegen elkaar uit te spelen, te kleineren en te vernietigen, om zo Gods plan belachelijk te maken.

Maar let ook op de manier waarop God met hem afrekent en ons betrekt in Zijn plan. Dan begrijp je ook hoe ons lijden in die strategie past. God heeft er plezier in om satans blasfemie te ontzenuwen. Hij doet dat door zwakke mensen tot overwinning te brengen – want het zwakke van God is sterker dan alles in de wereld (1 Korintiërs 1:25). Jezus heeft als eerste aangetoond dat een mens die gehoorzaam is aan God zelfs op zijn zwakste moment sterker is dan de satan. ‘Al wat uit God geboren is, overwint de wereld,’ heeft Hij gezegd (1 Johannes 5:4). En Hij heeft heet waargemaakt. Zijn liefde overwon zelfs de dood. Als zwakke mensen Gods wil volbrengen in de kracht van Jezus, staat de satan te kijk als leugenaar en krijgt God gelijk dat Hij het goed heeft gezien met mensen als Zijn partners. God wil jou en mij samen met Jezus laten delen in Zijn heerlijke overwinning, die extra glans krijgt door lijden heen!

Lijden voor Jezus
Er zijn twee soorten lijden. Sinds er zonde in de wereld is, lijdt de schepping aan haar verval. Hoewel jij een nieuwe schepping bent, ondergaat jouw lichaam voorlopig ook nog dit lijden, samen met alles en iedereen rondom je. De schepping lijdt aan de gevolgen van de zonde.

Maar dat andere lijden, lijden voor Jezus, is minder vanzelfsprekend. Je ondergaat het niet, maar je kiest ervoor. Jezus zocht de zwakste plekken op tussen de zwakste mensen en werd daar zo kwetsbaar dat ziekte en dood niet konden uitblijven. Was dat lijden (absoluut dieptepunt voor een mens) voorgoed voorbij na Jezus’ overwinning (absoluut hoogtepunt voor God)? Nee, als Paulus zegt dat hij nog wat aan dit lijden van Christus heeft toe te voegen, bedoelt hij dat hij zwak wil worden, om daarin ook in zijn eigen leven Gods plan des te krachtiger te zien werken (2 Korintiërs 12:9-10).

Als je wilt delen in Jezus’ heerlijkheid, zul je er ook voor moeten kiezen om aan Jezus’ dood gelijkvormig te worden. Als je daarvoor kiest, zul je lijden doormaken, maar in dit lijden ook intieme gemeenschap met Jezus kennen. Dan voegt God Zijn kracht aan jouw kwetsbare toestand toe – opstandingskracht! Het is de kracht van de liefde, die lijdt ter wille van anderen. Paulus omschrijft dit proces van lijden naar opstandingskracht haarfijn in Filippenzen 3. In dat spoor dan ook verder! God gaat Zijn bedoeling waarmaken in jouw leven. Maar je kunt natuurlijk niet spreken van opstandingskracht als daar geen lijden en sterven aan vooraf zijn gegaan. Alleen op het kruis volgt overwinning. Die overwinning willen we allemaal wel – maar wie is bereid dat kruis op zich te nemen?

Paulus, die het in Romeinen 8 heeft over ‘méér dan overwinnaars’, geeft ons met zijn leven een prachtig voorbeeld van een glorieuze triomftocht door lijden heen. Hij leed drie keer schipbreuk, lag twaalf uur in volle zee, werd drie keer met de roede gegeseld, onderging vijf keer de veertig-min-één-slagen. Hij was in gevaar door rivieren, rovers, samenzweringen van volksgenoten, valse broeders, in de woestijn, in de stad, op zee, onderweg. Hij was in gevecht met wilde dieren, leed honger, dorst, koude, naaktheid en had nachten zonder slaap. Hij was in oproeren, gevangenschappen, kwaad gerucht; stond voor de hoge raad, voor stadhouders en koningen en had ook nog de zorg voor zichzelf, zijn reisgenoten en heel wat gemeenten. Aan het einde van zijn leven staat hij in ketenen geboeid voor keizer Nero, door alles en iedereen verlaten. Het opperste machtsvertoon tegenover het zwakste, het kwetsbaarste. Ziet Paulus zichzelf op dat moment als een mislukkeling? Nee! Zijn allerlaatste brief spreekt ondanks alle ellende van overwinning. ‘Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning hebben liefgehad’ (2 Timotheüs 4:6-8).

Misschien bewonderen we vervolgde christenen die om hun geloof lijden, maar wat weten we er zelf van? Wij zoeken de verheerlijkte Jezus, maar we vergeten welke weg Hij ging om zover te komen. Wij zien uit naar de wederkomst van de verheerlijkte Jezus en we houden elkaar voor dat we die wederkomst kunnen verwachten als alle volken en talen met het evangelie bereikt zijn. Zo staat het in de Bijbel, zo verantwoorden zendingsorganisaties hun plannen. Maar Jezus’ terugkomst wordt in de Bijbel ook gekoppeld aan een vol getal van martelaren (Openbaring 6:9-11). Die profetie wordt niet veel gebruikt voor de promotie-activiteiten die Jezus’ wederkomst moeten bevorderen. Ik weet wel waarom: voor de lijdensopdracht zijn nog veel minder vrijwilligers te vinden dan voor de zendingsopdracht. Er zijn teveel mensen die God alles willen aanbieden, behalve zichzelf…

Lijden voor Jezus is je gezicht durven verliezen, laten zien dat je anders bent. Lijden voor Jezus is je veilige omgeving opgeven om mensen in de wereld te bereiken. Lijden voor Jezus is bewogenheid voeden door je nek uit te steken voor iemand anders. Lijden voor Jezus is bidden, tijd en geestelijke strijd offeren, omdat de liefde je daartoe aanzet. Lijden voor Jezus is je leven inclusief je lichaam in overgave aanbieden aan God. “Heer, hier ben ik, met mijn handen omhoog.”

Handen omhoog
Handen omhoog! Dat is het beeld van overgave. Handen omhoog! Dat is ook het beeld van overwinning. Handen omhoog is het beeld van Jezus. Hij gaf Zichzelf volledig over en dat werd complete overwinning. ‘Hij heeft Zichzelf ontledigd, Hij heeft Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja tot de dood des kruises.’ Zie je Zijn handen omhoog geheven in overgave? ‘Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Heer, tot eer van God de Vader!’ (Filippenzen 2:5-11). Zie je nu ook Zijn handen omhoog geheven in overwinning?

Wie heeft kunnen bedenken dat ‘handen omhoog’ zowel overgave als overwinning betekent? Degene die ook bedacht heeft hoe het met ons zou moeten zijn. God heeft het in de natuur gelegd dat overgave en overwinning met dezelfde houding tot uitdrukking komt. Die twee horen bij elkaar. Dat werd nooit beter zichtbaar gemaakt dan door Jezus aan het kruis: overwinning door overgave.

Je hebt winnaars, overwinnaars en méér dan overwinnaars. Wie is nu méér dan overwinnaar? Degene die de prijs van Jezus heeft ontvangen en niet meer terug het strijdtoneel op hoeft om zijn overwinning te bevechten. Degene die zich heeft overgegeven aan Jezus om te delen in Zijn overwinning.

Jij mag het Jezus na doen: ook je handen omhoog. ‘Want hiertoe ben je geroepen, daar ook Christus voor je geleden heeft en je een voorbeeld nagelaten heeft, opdat jij in Zijn voetstappen zou treden’ (1Petrus 2:21).

Handen omhoog – in overgave én in overwinning – dat is goud! Gefeliciteerd! Ik zie jou op het erepodium – samen met Jezus!

Willem de Vink