Hemel – Ja, ik kom spoedig!

‘Amen, kom, Heer Jezus!’ Openbaring 22:20b

Als je Jezus bewondert, als je je door hem aangetrokken voelt, als je van hem houdt en met hem optrekt, dan borrelt er een verlangen in je op als een voortdurend gebed, een roep, een schreeuw: ‘Kom Heer Jezus!’

Paulus roept het met een Aramees woord: ‘Maranata!’.1 Dat betekent: Onze Heer, kom! Die hartenkreet is pure aanbidding. Het is Gods Geest die je dat verlangen geeft naar hem. Hij maakt al Gods geliefde kinderen klaar als een bruid voor haar bruidegom.

De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’ (Openbaring 22:17a).

Met die roep sta je met een geopend hart in deze wereld. Als je om je heen kijkt, als je de pijn van de wereld meevoelt, als je in de doffe ogen van mensen zonder hoop kijkt, zeg je: Kom, Heer Jezus! Kom voor de zieken, voor de mensen met honger en dorst. Kom voor de besmette mensen, de pornoverslaafden, de kindslaven. Kom voor de religieuze, etnische, economische verwarring. Kom voor de angstige dieren, de zuchtende schepping. Kom! En je oefent je geloofsoren. Niet wat je ziet, maar wat je hoort bepaalt je houding.

Laat wie luistert zeggen: ‘Kom!’ (Openbaring 22:17b).

En wat hoor je? Jezus zegt: ‘Ja, ik kom spoedig!’ (Openbaring 22:20b). Dat geeft voeding aan je hoop, geloof, verwachting. Dus antwoord je: ‘Amen. Kom, Heer Jezus!’

1 1 Kor. 16:22