76 Jesus Christ Superstar

Als tiener was ik al weg van de rauwe, expressieve muziek van de rockopera Jesus Christ Superstar, en ik luister nog steeds graag naar deze intense weergave van het lijdensverhaal van Jezus. In dit moderne passiespel beelden een stelletje acteurs in jaren ‘70 outfit op een geïmproviseerd toneel de laatste dagen van Jezus uit.

De rockopera werd geschreven en gecomponeerd door het Britse duo Andrew Lloyd Webber en Tim Rice. Lloyd Webber zou succesvolle musicals als Evita en Cats componeren, Rice schreef ook de liedjes voor The Lion King. De muziek van Jesus Christ Superstar zou oorspronkelijk op elpee verschijnen. In die uitvoering leverden diverse gerenomeerde popartisten hun bijdrage. Ian Gillan van de progrockband Deep Purple vertolkte bijvoorbeeld de rol van Jezus Christus. De plaat kwam in 1970 uit en werd direct een succes: hij zou wekenlang hoog in de hitlijsten prijken. Een jaar later kwam de rockopera ook als musical op de planken. In 1973 verscheen de filmversie van regisseur Norman Jewison, met Ted Neeley in de hoofdrol. De film wordt rond de paasdagen op televisie nog steeds regelmatig vertoond en de theaterversie blijft volle zalen trekken. Waarom spreekt deze ruige vertolking van het passieverhaal zoveel mensen aan?

‘Wie zeggen jullie dat Ik ben?’
Anders dan de Matthäus Passion van Bach volgt Jesus Christ Superstar niet strak de oorspronkelijke bijbeltekst. Indertijd waren veel christenen verontwaardigd over deze vrije interpretatie op de paasgeschiedenis. Misschien waren ze ook wel verontrust geraakt door de uitspraak van John Lennon een paar jaar eerder dat The Beatles populairder waren dan Jezus. Nu had die arrogante popmuziek ook nog de paasgebeurtenis gekaapt! Maar als Jezus zelf al de vraag stelde ‘Wie zeggen jullie dat Ik ben?’, zouden kunstenaars daar dan niet een eigen antwoord op mogen formuleren?

Het geloof dat vier eeuwen geleden een beeldenstorm veroorzaakte zat er bij sommige christenen in de jaren ’70 van de vorige eeuw blijkbaar nog steeds diep in. Toen ik in die tijd de bioscoop binnen wilde gaan om van de film te genieten, stonden voor de deur verontruste gelovigen flyers uit te delen met waarschuwingen dat de film godslasterlijk was. Ik moest denken aan de kritiek die ik op mijn zelf getekende humoristische stripverhalen in die tijd als tiener van sommige kerkgangers kreeg. ‘Zo heeft God de mensen toch niet gemaakt?’ zeiden ze tegen me. ‘Nee, die heb ik gemaakt,’ antwoordde ik.

Jezus als mediaster tegen wil en dank
Natuurlijk is deze rockopera geen volgzame weergave van de Bijbel. Het is een interpretatie, een kijk op Jezus zoals er zoveel van zijn, maar deze keer blijkbaar wel een hele rake, omdat veel moderne mensen zich erin kunnen herkennen. Jezus wordt voorgesteld als een mediaster die aan zijn eigen roem ten onder gaat. Zelf vind ik Superstar vooral stoer, spannend en grappig. Ik kon en kan nog steeds genieten van de enorme uitdrukkingskracht ervan. Ook blijven de vragen die erin worden opgeroepen me boeien. De Jezus die erin wordt opgevoerd is trouwens beslist geen bespottelijke vertoning: al wordt Hij behoorlijk kwetsbaar getoond, toch blijft Hij in al het tumult geloofwaardig overeind.

De rockopera is ook spannend. Hij opent gelijk al met scheurende gitaarpartijen, gevolgd door een medley van muzikale thema’s die vooruitgrijpen op de hoogtepunten van het verhaal. Dan valt Judas met de deur in huis met zijn twijfels over Jezus. Hoe kan zijn meester zo overtuigd zijn van zichzelf, als Hij straks misschien wel opgepakt en uit de weg geruimd zal worden? Je zit gelijk middenin het verhaal. Want ja hoor, de godsdienstleiders beramen inderdaad een complot om the Carpenter King uit de weg te ruimen, waarmee de toon gezet is.

Mensen reageren verschillend op deze Jezus
Terwijl het drama zich ontvouwt, duiken de meest uiteenlopende types op. Ze reageren elk op hun eigen manier op Jezus, terwijl Hij in de chaos die door zijn populariteit wordt veroorzaakt kalm probeert te blijven. Naast zijn leerlingen wordt dus een heel scala aan figuranten opgevoerd van zieken, machthebbers, soldaten, de vazallenkoning Herodes met zijn wulpse personeel en de jurist Pilatus, die tegen het einde krijsend zijn handen zal wassen in onschuld. Een hoofdrol is weggelegd voor Maria Magdalena, die een moeder of zelfs een geliefde voor Jezus wil zijn en maar niet begrijpt hoe ze zo van Hem kan houden. Terwijl Jezus door de menigte aanbeden wordt (‘Hosanna heysanna!’), trekken zijn tegenstanders hun plan, waarbij ze in Judas een intelligente handlanger vinden. Uiteindelijk krijgen ze hun zin: Jezus wordt gevangengenomen, berecht en gekruisigd, begeleid door horrorgeluiden.

Bijzonder in Jesus Christ Superstar is het perspectief van de vertelling. De gebeurtenissen worden grotendeels beleefd vanuit het gezichtspunt van Judas, zodat je meegenomen wordt in de problematische verhouding van deze leerling van Jezus tot zijn meester. Hoewel de song I don’t know how to love Him in het begin van het verhaal mooi gezongen wordt door Yvonne Elliman (het werd een wereldhit), is de versie die Judas verderop zingt veel indringender. Je hoort niet alleen in zijn woorden maar ook in zijn gebroken stem een dramatische clash met Jezus, die uitmondt in een wanhopige schreeuw over zijn eigen bestaan. Wie is hij als hij niet weet wie Jezus is? Als getuige van dit spektakel vraag je je af of Judas zijn meester niet kón of niet wílde aanvaarden. De Bijbel is daar duidelijk over. Hier wordt het verraad verzacht, iets wat we in veel moderne vertolkingen van Judas zien. Volgens mij wordt daarmee de menselijke dramatiek in dit aangrijpende bijbelverhaal moedwillig verzwakt, alsof de makers het verraad aan Jezus dat we in allerlei vormen in onze maatschappij tegenkomen willen verhullen. In ieder geval tekent Judas zijn eigen lot door zichzelf te veroordelen en zelfmoord te plegen.

Judas met scherpe vragen
Op het laatst komt Judas toch nog terug, nu met scherpe vragen die je aan het denken zetten: ‘Jezus, waarom ben Je toen gekomen en niet nu? Met onze massamedia had Je veel meer kunnen bereiken. En wat denk Je van die anderen aan de top: waarin verschil Je van Boeddha of Mohammed? Wat heb Je eigenlijk opgeofferd? Had Je wel zo willen sterven? Wat heb Je met Je dood bereikt?’

Judas’ vragen monden uit in een climax waarin iedereen meezingt: Jesus Christ, Jesus Christ, who are You, what have You sacrificed? Jesus Christ, Superstar, Do You think You’re what they say You are? Het zijn  vragen die in een moderne passie passen en die je dwingen om niet onverschillig aan Jezus voorbij te gaan, maar je eigen antwoord te formuleren (liefst nadat je eerst eens goed geluisterd hebt naar wat Jezus over zichzelf zegt).

Jesus Christ Superstar, door Andrew Lloyd Webber en Tim Rice. Rockopera (1970), musical (1971), film (1973). Lees ook Matteüs 16:13-17

Willem de Vink