Jezus is God

Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond.

Johannes 1:14a

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God (Joh. 1:1). Dat woord is ongetwijfeld het meest voorkomende woord in de Bijbel: Gods naam. Je schrijft het in het Hebreeuws als JHWH, het is vertaald als HEER met hoofdletters en het betekent ‘Ik zal er zijn!’ (Ex. 3:13-14).

Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat (Joh. 1:3). God heeft zijn naam aan de complete schepping verbonden. Omdat Hij er is en er zal zijn bestaat alles.

In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen (Joh. 1:4). Hier wordt dat woord het licht voor de mensen genoemd. Het eerste wat God bij zijn schepping riep was: ‘Er zij licht!’ (Gen. 1:3). Dat licht slaat op Jezus. Omdat Jezus het licht van de wereld is, dat elke duisternis verdrijft (Joh. 8:12). Zijn licht is van begin af aan de voorwaarde voor mensen geweest om te leven.

Het woord is dus Gods naam (‘Ik zal er zijn’) en ook het licht voor de mensen (‘het is nodig dat Ik er zo zal zijn’), want dat is immers de garantie voor ons leven (‘zo zal Ik er voor jullie zijn en blijven’).

Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond (Joh. 1:14). Dat woord, Gods naam, is geen klank gebleven, geen abstract begrip. Het is een mens van vlees en bloed geworden, zodat je zou begrijpen hoe God er voor jou en mij en ons allemaal zou zijn. Wil je weten hoe God is? Kijk naar Jezus!

Johannes 1:1-18

(Uit mijn nieuwe dagboek dat het leven van Jezus volgt en in 2012 verschijnt.)