Liefde – Agapèliefde

‘Blijf in mijn liefde.’
Johannes 15:9

In de psychologie worden verschillende soorten liefde beschreven. Robert Stenberg kwam met zijn beroemde driehoek van romantische liefde, kameraadschappelijke liefde en hechtingsliefde. In het Grieks zijn dat eros, philia en storge.

  • Romantische liefde is vol passie: opwindend en enthousiast, maar ook op eigen bevrediging gericht en snel uitgeblust.
  • Kameraadschappelijke liefde is vol toewijding: inlevend en begripvol, maar kwetsbaar voor onbegrip.
  • Hechtingsliefde is vol intimiteit: veilig en vertrouwd, maar tanend als er geheimen in het spel zijn.

Stenberg pleit voor een goede mix van deze drie liefdes in een relatie. Maar in de psychologie hoor je eigenlijk nooit over dat vierde Griekse begrip van liefde, waar het in het Nieuwe Testament eigenlijk altijd over gaat.

  • Dat is agapè. Die liefde wordt gekenmerkt door genade: hij is onvoorwaardelijk en daarom ook nooit te kwetsen of te doven.

Agapèliefde is vol genade: ze kiest vrijwillig en onbaatzuchtig voor de ander. Ze is ook vol mededogen: betrokken bij het onvermogen en de kwetsbaarheid van anderen. Ze neemt verantwoordelijkheid op zich: ze zorgt, beschermt en blijft trouw. Kortom, ze zoekt het goede voor de ander.

Het is misschien wel logisch dat de wetenschap met deze liefde niks kan; zij lijkt te hoog gegrepen voor onze menselijke vermogens. Agapèliefde is dan ook van een bovenmenselijke oorsprong: zij is allereerst Gods liefde voor zijn kinderen.
Ja, de psychologie heeft gelijk dat ze deze liefde als een onmogelijkheid aanmerkt voor gewone stervelingen – als die er in eigen kracht naar streven. Maar Jezus is er de belichaming van – en Hij woont in ons met zijn Geest. Daarom geeft Hij ons deze liefde. Hij schenkt hem inderdaad … als genade.

Wink – De eerste liefde begint altijd bij Gods liefde voor jou.