Reuven Rubin – De ontmoeting

Twee Joden en hun opstanding

Vroeg of laat komt een Jood Jezus tegen. Al in de vorige eeuw waren veel Joodse kunstenaars met Hem bezig en ook in deze tijd zijn opvallend veel kunstenaars in Israël door Hem geboeid. In 2018 was er in het Israël Museum in Jeruzalem zelfs een tentoonstelling gewijd aan de relatie tussen Jezus en Israëlische kunst, genaamd ‘Behold the Man: Jesus in Israeli Art’. Er was werk te zien van zo’n veertig Israëlische kunstenaars. Wat opviel was dat zij zich vooral konden identificeren met Jezus’ lijden. Sommigen van hen spraken over Hem als hun ‘broer’.

Reuven Rubin wordt beschouwd als een van de grondleggers van Eretz-Israel art, de eerste Israëlische kunststroming. Hij is ook een van de eerste beeldend kunstenaar die Jezus verbindt met de Zionistische wederopstandingsgedachte. Rubin groeit op als chassidische Jood in Roemenië. In 1912 gaat hij studeren aan de Bezalel kunstacademie, die in 1906 werd opgericht door Zionisten in het door de Turken geannexeerde Jeruzalem. Daarna woont en werkt hij in Europa en de Verenigde Staten. In 1923 keert hij terug naar Palestina, dat inmiddels Engels mandaatgebied is geworden. Intussen is hij een gerespecteerd schilder van gestileerde landschappen, waarin de invloeden van Paul Cezanne en de Amerikaanse primitieven merkbaar zijn. Ook schildert hij taferelen die het dagelijks leven in zijn land typeren en waarin we kenmerken van Egon Schiele en Ferdinand Hodler terugzien. In 1983 krijgt hij postuum  een eigen museum in Tel Aviv.

Op dit schilderij zien we hoe de kunstenaar twee beroemde Joden met elkaar verbindt: Jezus en de wandelende Jood. De Wandelende Jood is een sage uit de Middeleeuwen over een man die over de wereld zwerft en nooit sterft. Hij zou als portier van Pilatus Jezus geslagen hebben toen deze met zijn kruis voorbijkwam en gezegd hebben: ‘Vlugger, Jezus, vlugger, waarom treuzel je?’ Waarop Jezus antwoordde: ‘Ik ga, maar jij zult wachten tot Ik weerkom’. Daarom zou deze Jood niet sterven, maar op aarde ronddolen tot de Oordeelsdag. De wandelende Jood werd een symbool van het Joodse volk dat over de aarde moest zwerven, maar tegenwoordig wordt wel verteld dat hij in Israël thuisgekomen is.

Reuven Rubin speelde ook al met deze gedachte, al is het geen feestelijk thuiskomen wat we hier zien. Rechts op het schilderij zit Jezus op het uiteinde van een bank. Zijn gewonde handen liggen op zijn schoot. Een ervan ligt open, alsof Hij daarmee iets wil zeggen. Hij heft zijn hoofd op naar de figuur die aan het andere uiteinde van de bank zit. Het is de wandelende Jood, die zich van Jezus heeft afgekeerd, terwijl het gewicht van zijn gebogen bovenlichaam drukt op zijn wandelstok. Wat wil Jezus tegen hem zeggen? Sommige toeschouwers zullen Hem misschien ‘Wat heb je Mij aangedaan?’ in de mond leggen. Maar Rubin wil met de ontmoeting tussen Jezus en de wandelende Jood iets anders kwijt. De kunstenaar richt zich op Jezus’ wederopstanding. Voor de bank bloeien lentebloemen, achter Jezus richt een jonge boom zijn groene takken op. Zij spreken net als Jezus van een nieuw begin. Achter de Jood hangen de takken van een boom naar beneden, maar waarom zou hij blijven treuren? Het lijkt alsof Jezus wil zeggen: ‘Kijk naar Mij en stel je verwachting bij.’ In het dal achter hen wordt al een nieuwe gemeenschap zichtbaar.

Op dit schilderij uit 1922 gaat de profetie in vervulling dat het volk Israël weer een land zal krijgen. We lezen in Ezechiël: ‘Dit zegt God, de HEER: Ik haal de Israëlieten weg bij de volken waar ze terechtgekomen zijn, Ik zal ze overal vandaan bijeenbrengen en ze naar hun eigen land laten gaan.’ Het volk heeft eeuwenlang rondgezworven en geleden. Ook Jezus heeft geleden, maar Hij zet met het wonder van zijn opstanding uit de dood de profetie kracht bij.  Wat Rubin indertijd niet kon weten, weten wij intussen wel: dat iets daarvan in 1948 in vervulling ging. Maar zolang de wandelende Jood zich van Jezus afkeert zal hij blijven treuren.

Reuven Rubin (1893-1974): De Ontmoeting, 1922, olieverf op doek, 70 x 95 cm, Phoenix Insurance Company, Tel Aviv.

Doorlezen: Deuteronomium 4:27-30; Hosea 9:17; Ezechiël 37:21-27.

Willem de Vink   

Lees ook mijn artikel ‘Jezus in de Joodse kunst’.